Particulier initiatief en collecteren
Hoe kom je aan geld voor ontwikkelingswerk? Je kunt er gewoon om vragen, zoals dat vroeger gedaan werd: collecteren in de kerk; met een collectebus langs de deur gaan; vrienden en kennissen benaderen... Veel mensen geven dan uit gewoonte; vanuit sociale druk; omdat ze geen "nee" durven zeggen; omdat hun godsdienst of cultuur dit 'voorschrijft'.
Het was voor de gever gemakkelijk: je hoefde nergens over na te denken: "het zal wel goed zijn", en je bleef met een goed gevoel achter.
Deze oude-vorm-van-geld-inzamelen ging vaak gepaard met het oproepen van oneigenlijke emoties: foto's van zielige kinderen; uitgemergelde lichamen; erbarmelijke leefsituaties.
Gelukkig zijn er tegenwoordig eerlijker en sympathiekere manieren.
Er zijn verschillende bronnen denkbaar om geld te krijgen voor ontwikkelingswerk. Ik laat overheden hier buiten beschouwing en beperk me tot het 'Particulier Initiatief' (PI): burgers die zelf iets doen.
Je kunt onderscheid maken tussen Lokale PI's en Buitenlandse PI's.
Bij Lokaal PI gaat het om initiatieven in het land waar de armoede bestreden wordt. Het Lokale PI stelt doelen vast en realiseert projecten. Eventueel zamelen ze ook de benodigde middelen in. Als dit niet mogelijk is, zijn ze afhankelijk van een partner (Buitenlands PI). Die partner moet zich beperken tot geoormerkte giften of leningen. Zodra de bemoeienissen verder gaan dan geld geven, verwordt het tot neo-neoKolonialisme, tenzij het om gevraagde informatieverstrekking en educatie gaat. Elke vorm van sturing is uit den boze. Neo-neoKolonialisme viert helaas hoogtij.
De nieuwe vorm van 'collecteren' is gebaseerd op informatieverstrekking. Eerlijke informatie aan potentiële donateurs. Niet door met een zielige uitzondering te leuren, maar gebaseerd op feiten over het ontbreken van basisvoorzieningen en de wil van het Lokale PI. Niet door geld te vragen, wel door de gelegenheid te scheppen financieel te steunen. Niet door 'de-stichting'-als-geheel te steunen, maar door geoormerkt geld te geven voor een heel specifiek project. Het Buitenlandse PI is niet meer dan een serviceverlener, een tussenschakel, een leverancier van informatie, een doorgeefluik voor geld.
(Ontwikkelingswerk gaat over '(maatschappelijke) basisvoorzieningen'. Als het om 'basisbehoeften' gaat, dan spreek ik niet van ontwikkelingswerk, maar van '(nood-)hulp'. De eerste is een maatschappelijke verantwoordelijkheid en bij de tweede gaat het om persoonlijke situaties.)
Buitenlands PI dat op eigen houtje een ontwikkelingsproject opzet, maakt zich schuldig aan neo-neoKolonialisme. Buitenlands PI moet altijd samenwerken met een zelfstandig opererende Lokale PI. En beide moeten zich aan de hiervoor beschreven gedragscode houden (de een beslist en voert uit, de ander steunt).
Ook het Lokale PI gedraagt zich niet altijd zoals hiervoor beschreven. Sommigen vinden het wel erg gemakkelijk om activiteiten aan anderen over te laten. En het buitenlands PI denkt het soms beter te weten of te kunnen. Ook al is dat zo, het is beter zo veel mogelijk zelf te laten doen; het Lokale PI heeft het recht om eigen fouten te maken. Wat het lokaal PI zelf kan doen, moeten ze ook zelf doen. Ook al gaat het om voor ons 'kleine dingetjes', zoals een website bouwen, een plan schrijven, enzovoort. Kunnen ze het niet? Dan is het beter om het hen te leren dan om het te doen.
Het internet is de katalysator voor de-nieuwe-vorm-van-geld-inzamelen: informatie kan bijna kosteloos wereldwijd verspreid worden. Crowdfunding biedt onbekende mogelijkheden voor het nieuwe collecteren. Het nieuwe collecteren is een vorm van 'niet-vragen', met als beoogd effect dat voldoende middelen beschikbaar komen om het Lokaal PI een project te laten realiseren.