Leven na de dood
Jouw IK is een emergentie. Ontstaan uit het niets, ontstaan uit Potentie,
afgesplitst van de-Potentie. Ogenschijnlijk met een voorgeschiedenis: de
liefde van je ouders, de hartstocht van je ouders of van de zieke geest van
een verkrachter. Of, tegenwoordig, alleen, de kinderwens van je moeder. Dit
begin is aannemelijk. Wat er verder gebeurt maak je voor een deel mee in
het NU. Maar hoe is het als je dood bent? Ook een 'leven' na de dood is
aannemelijk. Maar hoe ziet dat er uit?
Als 'iets', modelmatig, uit het niets, uit 'Potentie' ontstaat, dan is het
niet nodig om het bestaan van een god aan te nemen. Daarmee vervallen alle
ideeën die door godsdiensten worden aangehangen.
Potentie is: mogelijkheid. Is alles mogelijk? Wel is alles denkbaar. Maar
dat niet alles mogelijk is merken we in het NU. In het NU hebben we te
maken met allerlei beperkingen. In het NU gaat het om de vraag HOE we met
deze beperkingen omgaan. Jouw IK leert die beperkingen kennen en trekt
conclusies (interpretaties) die in het IKgeheugen worden opgeslagen. Die interpretaties noem ik ook wel 'manifestaties'. Jij manifesteert jezelf, daarmee maak jij jezelf tot jouw-Verleden. Je manifesteert jouw-Potentie. Je
Verleden neem je mee als je dood gaat.
Met het leren kennen van de beperkingen leer je ook de mogelijkheden
(jouw-Potenties) kennen. In het NU is het een belangrijke vraag hoe je
hiermee omgaat. Dit maakt wie jij bent. Zegt dit iets over de vraag hoe
jouw-Toekomst eruit ziet als je dood bent?
Duidelijk is dat de lichamelijke beperkingen niet meer werkzaam zijn als je
niet meer leeft. Maar wat je geleerd hebt blijft wel bestaan. In het
niet-NU van jouw-Verleden en jouw-Toekomst draag je, wat je geleerd hebt,
met je mee. Deze eigenheid blijft bestaan (zie mijn boek 'Zelfhandhaving').
Maar hoe zit het met de verhouding tot de aardse werkelijkheid? Het-NU gaat
gewoon door ook al bestaat jouw-NU niet meer. Jij bent ogenschijnlijk
alleen nog niet-NU als je dood bent, dat wil zeggen: vorm- en tijdloos.
Maar niet-NU kan niet bestaan zonder NU. Dialectisch gezien: de negatie
doet een negatie van de negatie ontstaan; er ontstaat een nieuwe relatie
tot het NU, een soort meta-relatie. Hoe zou die meta-relatie er uit kunnen
zien? Vanuit het gezichtspunt van de vorm- en tijdloosheid is er geen
verschil tussen Verleden en Toekomst. Want Verleden en Toekomst verschillen
alleen in de tijdsaanduiding: tijd 'bestaat' niet in het niet-NU.
Jouw-Verleden 'bestaat' onafhankelijk van vorm en tijd; je draagt het met
je mee. Wat er ook gebeurt is, in principe kun je weer oproepen wat je
wilt, niets wordt vergeten, alles wat je meegemaakt hebt bestaat 'altijd'.
Ditzelfde geldt ook voor jouw-Toekomst. Er is, wat de vorm- en tijdloosheid
betreft, geen verschil tussen jouw-Verleden en jouw-Toekomst. Ze vormen een
eenheid. Jouw-Verleden blijft bestaan als je dood bent, want het is
tijdloos en bestaat dus oneindig. Ik trek daaruit de conclusie dat je ook
een Toekomst hebt als je dood gaat.
Dat je een Toekomst hebt als je dood gaat zegt nog niets over de 'vorm' van
jouw 'nieuwe' Toekomst. In het NU had je invloed op jouw aardse bestaan en
op dat van anderen. Heb je dat nog steeds? Stel dat je wel kunt 'waarnemen'
wat er op aarde gebeurt. Zonder aannames is hierover geen logisch model op
te bouwen: het kan zijn dat je ook dan, als je dood bent, kunt waarnemen
wat er in het-NU gebeurt. Ik kan daar niet met zekerheid iets over zeggen.
Er zijn wel constructies denkbaar. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen hoe
jouw-Potentie zich verhoudt tot de-Potentie (het-Grote-Geheel). Er zijn
twee mogelijkheden: jouw-Potentie staat los van de-Potentie of het vormt
daar een onderdeel van. Het kan allebei: beide ontstaan uit het niet-Iets,
uit Potentie. Daarnaast kan jouw aardse bestaan eenmalig of meermalig zijn.
In het laatste geval komt het begrip 'wedergeboorte' in het vizier.
Als jouw-Potentie los staat van de-Potentie, zult je 'in je uppie' na je
dood jezelf verder moeten ontwikkelen, of niet, of bijvoorbeeld alleen maar
plezier maken, of je vervelen, of eeuwige gelukzaligheid ondervinden. Mijn
evolutiemodel ademt de sfeer uit van een ontwikkeling (die in het-NU
plaatsvindt). Het aardse bestaan ontleent daaraan zijn zin en betekenis.
Als jij geen deel van het-NU uitmaakt, lever je geen bijdrage aan de aardse
ontwikkeling en dus ook niet aan het-Grotere-geheel. Als je geen deel
uitmaakt van het-Grote-Geheel, neem je niet deel aan de ontwikkeling. Dit
is in tegenspraak met hoe we de invloed van mensen beleven op hun omgeving,
op de natuur, op het-Grote-Geheel. Als jouw-IK-en-zijn-Bewustzijn wel deel
uitmaken van het het-Grote-Geheel, maakt ook jouw-Potentie deel uit van
de-Potentie. Daar ga ik van uit.
Jouw manifestatie in het-NU, jouw aardse bestaan, kun je zien als een
tijdelijke afsplitsing van het-Grote-Geheel. Die afsplitsing is tijdelijk,
zoals ook het aardse bestaan tijdelijk is. Ze kan, zoals gezegd, eenmalig
of meermalig zijn. De meermalige optie is in overeenstemming met mijn
evolutiemodel, want je invloed op de ontwikkeling van het aardse bestaan
kan doorgaan.
Ik voelde, tot nu toe, niets voor het begrip 'reïncarnatie', of liever:
'wedergeboorte', maar het is wel een voor-de-hand-liggende optie om te
kiezen. Het is bovendien in overeenstemming met mijn intuïtie die zegt dat
het om de natuurlijke en voortdurende ontwikkeling gaat. Maar houdt dit in
dat ik voor reïncarnatie kies?
Ik kies ervoor dat ik na mijn dood terugkeer naar het-Grote-Geheel en van
daaruit invloed heb op het voortbestaan.
Reïncarnatie lijkt in overeenstemming met de volkswijsheid van 'een oude
ziel'. Het is ook in overeenstemming met de verhalen van mensen die een
bijna-dood-ervaring hebben geacht. Velen vertellen dat ze 'teruggestuurd'
zijn.
Op zich is het ook wel een mooie gedachte: wat ik in mijn-NU verprutst heb,
kan ik later nog goed maken.
Toch denk ik dat deze oplossing te veel voor de hand ligt. Bovendien is
reïncarnatie niet in overeenstemming met mijn evolutiemodel. Dit model
biedt een betere oplossing.
|