Reïncarnatie?
Het is onmogelijk om precies te weten hoe het is en wat er gebeurt als je
dood bent. Misschien gebeurt er wel niets en is het afgelopen voor-jou.
Maar dat kan ik me nog minder voorstellen dan welke andere optie ook. Je
leven zou geen enkele zin hebben buiten een tijdelijk puur fysiek bestaan
om, plus enkele effecten op het aardse bestaan en wellicht enig effect op
het-Grote-Geheel.
Dat aardse bestaan, de processen die er plaatsvinden, zijn uiteindelijk
vermoedelijk aan de wetten van de entropie onderhevig. Dit houdt in dat
alles terugkeert naar het-Niets. Alles wijst in die richting, dus waarom
zou het zo niét gaan? Dit is de redenering die klassieke wetenschappers
aanhangen. Maar ze kijken niet verder dan hun neus lang is.
Over reïncarnatie is wetenschappelijk niets te zeggen. Wat overblijft is
‘geloven’ dat het zo is. Nu wil ‘een geloof’ ook weer niet zeggen dat het
dus onzin is. Een ‘geloof’ kan ‘aannemelijk’ zijn. Eigenlijk begint elke
wetenschap met een geloof: wetenschappers noemen dit een ‘aanname’, een
‘axioma’, een 'dogma' of een ‘paradigma’. Ik ga ervan uit dat zo’n aanname
‘evident’ moet zijn. Evident is voor mij een aanname die niet toetsbaar is
en toch ‘voor waar’ aangenomen wordt. Dat kan een persoonlijke aanname zijn
of een – in een groep of groepering geldende – intersubjectieve aanname.
Het gaat om een ‘wetenschappelijke’ aanname als zo’n aanname aan specifieke
eisen voldoet. In mijn Stukjes gaat het om mijn persoonlijke evidenties: om
mijn persoonlijke aannames, waar jij het wel of niet mee eens kunt zijn, maar
ik probeer ze wel met voor-mij logische argumenten en voorbeelden te
onderbouwen.
Als het om reïncarnatie gaat heb ik een probleem. Dan strijden mijn tweede
en derde dimensie met elkaar. Mijn tweede dimensie, waartoe onder andere
mijn emoties behoren, moet niets van reïncarnatie hebben. Dat komt door wat
ik op microniveau beleef. Dan kan ik me alleen maar voorstellen dat ik NU
en eenmalig leef. En dat ik niet kan weten wat er gebeurt als ik dood ga.
Bovendien kom ik zoveel rare verhalen tegen van mensen die reïncarnatie
verbinden met de voor mij meest wilde en onbegrijpelijke theorieën waar ik
een afkeer van heb. Esoterisch, occult, mystiek, gene zijde, astraal
lichaam, fijnstoffelijkheid… Er zijn boeken die op kritische wijze
‘bewijzen’ aanleveren voor het bestaan van wedergeboortes, maar ik kom
overal dezelfde verhalen en dezelfde namen van onderzoekers tegen: het zijn
er voor-mij te weinig, ook al klinken de verhalen overtuigend. Ik volg mijn
eigen intuïtie en mijn eigen logica. (Een positief-kritisch boek om meer
over dit onderwerp te lezen is bijvoorbeeld ‘Leven op herhaling’ van
Michiel Hegener).
Een belangrijk argument tegen reïncarnatie is voor mij altijd geweest: de
voorraad mensen waarin gereïncarneerd kon worden. Er is een tijd geweest
dat er nog geen levende wezens en geen mensen waren. Stel dat de menselijke
soort met één mutatie begonnen is. Wie incarneerde dan in die ene mens?
Waar zijn al die incarnaties van al die mensen die tegenwoordig leven
vandaan gekomen? Wie reïncarneerde er voor het eerst?
In mijn vorige Stukjes ga ik er van uit dat elk persoonlijk leven met de
persoonlijke-Potentie begint, en dat die persoonlijke-Potentie een
afsplitsing is van de-Potentie (van het-Grote-Geheel). Dan doet zich het
voorraadprobleem niet voor, want er kunnen net zoveel afsplitsingen
plaatsvinden als nodig is. De eerste 'gereïncarneerde' persoon kan gewoon een
afsplitsing zijn van de-Potentie. Een probleem lijkt de ‘terugkeer’ naar
de-Potentie te zijn. Als je dood gaat, los je dan weer op in de-Potentie?
Dit is een denkbare mogelijkheid. Je hebt dan je bijdrage geleverd aan
de-Potentie. Een andere denkbare optie is reïncarnatie. Jouw-IK blijft dan
eeuwig bestaan. Je kunt dan opnieuw een bijdrage leveren aan het
voortbestaan van de aarde én aan de ontwikkeling van jouw
persoonlijke-Potenties. Zijn er aanwijzingen tijdens je aardse bestaan te
vinden die wijzen in de richting van een persoonlijk voortbestaan?
In de literatuur tref je allerlei verhalen aan die, als ze waar zijn,
‘aantonen’ dat kennis uit een vorig leven meegenomen is naar een huidig
bestaan. Maar hoe geloofwaardig zijn die verhalen? Voor veel getuigenissen
zijn alternatieve verklaringen denkbaar. Zo heb ik in mijn boek
‘Zelfhandhaving’ gewezen op de mogelijkheid van een Connectie: een
verbinding in Het-NU en met het IKgeheugen van iemand anders. Er vindt dan
een buitenzintuiglijke ‘waarneming’ plaats. Dat kan een Connectie zijn met
het IKgeheugen van iemand die niet meer leeft. Hiermee zijn alle verhalen
over een vorig leven te verklaren. Dit vooronderstelt dat je in het niet-NU
voortleeft als je dood bent. Uit mijn evolutiemodel volgt dat jij (jouw
IKgeheugen) blijft bestaan als je doodgaat. Maar dit wijst niet per se in de
richting van een reïncarnatie-mogelijkheid.
In mijn vorige Stukjes heb ik mijn keuze al beschreven en enigszins
onderbouwd. Nog eens samengevat: het belangrijkste argument is dat het
niet-NU in het-NU al bestaat: je zou kunnen zeggen dat ik nu al voor een
deel dood ben. In het-NU manifesteer ik mezelf, bouw ik mijn eeuwig voortbestaan op.
-
Het grootste deel van mij, van mijn bestaan, ís al niet meer, is
niet-NU, vorm- en tijdloos, zoals het straks, als ik dood ben, ook
zal zijn.
Je IKgeheugen blijft bestaan. Maar hoe zinvol is dat?
Maar eerst de vraag: “Wie was ik in mijn vorige leven?” Aangenomen dat wij
reïncarneren, dan lijkt mij dit een verkeerde vraag. Je hebt mogelijk
duizenden vorige levens. Om er één leven uit te pikken, is onzinnig. Je
hebt van álle vorige levens geleerd en mogelijk gebruik je van elk leven
iéts. Want daar ga ik wel van uit: dat je leeft om te leren, en om daarmee
een steeds betere betekenis voor jezelf, voor anderen en voor je omgeving
te kunnen hebben. Het aardse leven is er om van te leren, om nieuwe
belevenissen in je IKgeheugen op te nemen, neem ik aan. Hoe langer geleden een gebeurtenis plaatsvond, hoe moeilijker je hersenen een referentie uit je langetermijngeheugen kunnen gebruiken om een verbinding met je IKgeheugen te maken. Sommige referenties verdwijnen. (Weer zo’n beperking van je hersenen.) Als het nóg langer geleden is – een vorig leven – wordt een
herinnering mogelijk onmogelijk, wat niet wil zeggen dat jouw IK er – via
jouw infotie – geen gebruik van zou kunnen maken: je kunt het je alleen niet
herinneren omdat je hersenen geen referentie voorhanden hebben. Wat niet
wil zeggen dat je IK geen toegang heeft tot alles in je IKgeheugen.
Wonderkinderen als Mozart worden wel eens gebruikt als bewijs voor
reïncarnatie. Hij kon al op driejarige leeftijd eenvoudige muziekstukken
foutloos uit zijn hoofd spelen. Op zijn vijfde componeerde hij al. Een
beschikbare vaardigheid, opgedaan in vorige levens?
Waarmee ik de vraag naar de zin van een persoonlijk voortbestaan – in
verband met het idee van de reïncarnatie – impliciet gegeven heb: die
zin kan bestaan uit het ‘een betere betekenis’ hebben en het ‘een betere
bijdrage’ leveren aan het-Grote-Geheel én aan jouw persoonlijke
voortbestaan. Je kunt jezelf ontwikkelen, je kunt groeien.
Maar hoe zit het met mijn evolutiemodel waarin ik de mogelijkheid van een
Connectie met andere IKgeheugens genoemd heb?
Als bijvoorbeeld een wonderkind een Connectie heeft met het IKgeheugen van
iemand die overleden is, dan is het denkbaar dat zo’n kind gebruik kan
maken van die ervaringen en gemakkelijker vaardigheden leert of zelfs
‘bezit’, zonder zelf een leerproces door te maken. Een dergelijk
bezit-van-vaardigheden kun je ook aantreffen bij sommige autistische
mensen.
De ervaring van de overledene heeft dan ook zin als hij dood is. Dit
kan, vanuit het oogpunt van de overledene, in principe zowel een actief als
een niet-actieve ‘daad’ zijn. Het is denkbaar dat jouw-IK zich actief met
de aardse ontwikkeling ‘bemoeit’ door een Connectie aan te brengen en
ervaringen ‘beschikbaar’ te stellen. Nogmaals: het gaat hier om aannames, om 'geloof'. Om een keuze die iedereen voor zichzelf kan maken.
Dat jij voortbestaat heb ik in vorige Stukjes al aannemelijk gemaakt. Dat
dit ook zin heeft is voor-mij evident. Ik ga ervan uit dat je ook na je dood
Connecties kunt aangaan en daardoor een persoonlijke bijdrage kunt leveren
aan jouw-IK-ontwikkeling en dat van het-Grote-Geheel. Ik geef de voorkeur
aan mijn model-van-de-Connectie boven dat van de reïncarnatie, omdat dit
model-van-de-Connectie een breder scala van verschijnselen verklaart, onder
andere dat van de telepathie.
Dat je na je dood invloed kunt hebben op aarde, in het-NU, komt in allerlei
verhalen naar voren. Wel is het zo dat je wat op aarde gebeurt niet meer
direct kunt besturen, neem ik aan. Je kunt wel je kennis en ervaring beschikbaar
stellen aan de mensen die na je leven. Wellicht kun je daarin meer of
minder actief zijn. Een voorbeeld is het verhaal over Edgar Cayce. Hij
leefde van 1877 tot 1945. Hij had de gave om onder hypnose medische
diagnoses te formuleren, inclusief effectieve behandelingsvoorschriften.
(Zie:
https://www.edgarcayce.org/edgar-cayce/his-life/
) Hij maakte daarbij gebruik van de IKgeheugens van overleden artsen, neem
ik aan. Dat hij ook veel onzin verkocht heeft doet niet terzake. Té veel
adviezen waren raak en soms terug te voeren naar een vroeger Verleden.
Het is een bekend en verklaarbaar gegeven dat niet alle buitenzintuiglijke
waarnemen exact waar zijn: er vindt altijd een interpretatie plaats in
termen van de kennis waarover de waarneming-ontvangende persoon beschikt.
Het buitenzintuiglijke is voor veel mensen onaanvaardbaar, omdat ze er bij
voorbaat van uitgaan dat alleen de materiële wereld bestaat. Dan kunnen
buitenzintuiglijke waarnemingen niet. Ik hoop dat ik, vooral in mijn boek
‘Zelfhandhaving’, heb aangetoond dat dit een te beperkte zienswijze is. Er
is meer mogelijk tussen hemel en aarde dan onze beperkte hersenen kunnen
bevatten.
|