Herman Hümmels
Home

Reïncarnatie?

Het is onmogelijk om precies te weten hoe het is en wat er gebeurt als je dood bent. Misschien gebeurt er wel niets en is het afgelopen voor-jou. Maar dat kan ik me nog minder voorstellen dan welke andere optie ook. Je leven zou geen enkele zin hebben buiten een tijdelijk puur fysiek bestaan om, plus enkele effecten op het aardse bestaan en wellicht enig effect op het-Grote-Geheel.
Dat aardse bestaan, de processen die er plaatsvinden, zijn uiteindelijk vermoedelijk aan de wetten van de entropie onderhevig. Dit houdt in dat alles terugkeert naar het-Niets. Alles wijst in die richting, dus waarom zou het zo niét gaan? Dit is de redenering die klassieke wetenschappers aanhangen. Maar ze kijken niet verder dan hun neus lang is.

Over reïncarnatie is wetenschappelijk niets te zeggen. Wat overblijft is ‘geloven’ dat het zo is. Nu wil ‘een geloof’ ook weer niet zeggen dat het dus onzin is. Een ‘geloof’ kan ‘aannemelijk’ zijn. Eigenlijk begint elke wetenschap met een geloof: wetenschappers noemen dit een ‘aanname’, een ‘axioma’, een 'dogma' of een ‘paradigma’. Ik ga ervan uit dat zo’n aanname ‘evident’ moet zijn. Evident is voor mij een aanname die niet toetsbaar is en toch ‘voor waar’ aangenomen wordt. Dat kan een persoonlijke aanname zijn of een – in een groep of groepering geldende – intersubjectieve aanname. Het gaat om een ‘wetenschappelijke’ aanname als zo’n aanname aan specifieke eisen voldoet. In mijn Stukjes gaat het om mijn persoonlijke evidenties: om mijn persoonlijke aannames, waar jij het wel of niet mee eens kunt zijn, maar ik probeer ze wel met voor-mij logische argumenten en voorbeelden te onderbouwen.

Als het om reïncarnatie gaat heb ik een probleem. Dan strijden mijn tweede en derde dimensie met elkaar. Mijn tweede dimensie, waartoe onder andere mijn emoties behoren, moet niets van reïncarnatie hebben. Dat komt door wat ik op microniveau beleef. Dan kan ik me alleen maar voorstellen dat ik NU en eenmalig leef. En dat ik niet kan weten wat er gebeurt als ik dood ga. Bovendien kom ik zoveel rare verhalen tegen van mensen die reïncarnatie verbinden met de voor mij meest wilde en onbegrijpelijke theorieën waar ik een afkeer van heb. Esoterisch, occult, mystiek, gene zijde, astraal lichaam, fijnstoffelijkheid… Er zijn boeken die op kritische wijze ‘bewijzen’ aanleveren voor het bestaan van wedergeboortes, maar ik kom overal dezelfde verhalen en dezelfde namen van onderzoekers tegen: het zijn er voor-mij te weinig, ook al klinken de verhalen overtuigend. Ik volg mijn eigen intuïtie en mijn eigen logica. (Een positief-kritisch boek om meer over dit onderwerp te lezen is bijvoorbeeld ‘Leven op herhaling’ van Michiel Hegener).

Een belangrijk argument tegen reïncarnatie is voor mij altijd geweest: de voorraad mensen waarin gereïncarneerd kon worden. Er is een tijd geweest dat er nog geen levende wezens en geen mensen waren. Stel dat de menselijke soort met één mutatie begonnen is. Wie incarneerde dan in die ene mens? Waar zijn al die incarnaties van al die mensen die tegenwoordig leven vandaan gekomen? Wie reïncarneerde er voor het eerst?

In mijn vorige Stukjes ga ik er van uit dat elk persoonlijk leven met de persoonlijke-Potentie begint, en dat die persoonlijke-Potentie een afsplitsing is van de-Potentie (van het-Grote-Geheel). Dan doet zich het voorraadprobleem niet voor, want er kunnen net zoveel afsplitsingen plaatsvinden als nodig is. De eerste 'gereïncarneerde' persoon kan gewoon een afsplitsing zijn van de-Potentie. Een probleem lijkt de ‘terugkeer’ naar de-Potentie te zijn. Als je dood gaat, los je dan weer op in de-Potentie? Dit is een denkbare mogelijkheid. Je hebt dan je bijdrage geleverd aan de-Potentie. Een andere denkbare optie is reïncarnatie. Jouw-IK blijft dan eeuwig bestaan. Je kunt dan opnieuw een bijdrage leveren aan het voortbestaan van de aarde én aan de ontwikkeling van jouw persoonlijke-Potenties. Zijn er aanwijzingen tijdens je aardse bestaan te vinden die wijzen in de richting van een persoonlijk voortbestaan?

In de literatuur tref je allerlei verhalen aan die, als ze waar zijn, ‘aantonen’ dat kennis uit een vorig leven meegenomen is naar een huidig bestaan. Maar hoe geloofwaardig zijn die verhalen? Voor veel getuigenissen zijn alternatieve verklaringen denkbaar. Zo heb ik in mijn boek ‘Zelfhandhaving’ gewezen op de mogelijkheid van een Connectie: een verbinding in Het-NU en met het IKgeheugen van iemand anders. Er vindt dan een buitenzintuiglijke ‘waarneming’ plaats. Dat kan een Connectie zijn met het IKgeheugen van iemand die niet meer leeft. Hiermee zijn alle verhalen over een vorig leven te verklaren. Dit vooronderstelt dat je in het niet-NU voortleeft als je dood bent. Uit mijn evolutiemodel volgt dat jij (jouw IKgeheugen) blijft bestaan als je doodgaat. Maar dit wijst niet per se in de richting van een reïncarnatie-mogelijkheid.

In mijn vorige Stukjes heb ik mijn keuze al beschreven en enigszins onderbouwd. Nog eens samengevat: het belangrijkste argument is dat het niet-NU in het-NU al bestaat: je zou kunnen zeggen dat ik nu al voor een deel dood ben. In het-NU manifesteer ik mezelf, bouw ik mijn eeuwig voortbestaan op.

  • Het grootste deel van mij, van mijn bestaan, ís al niet meer, is niet-NU, vorm- en tijdloos, zoals het straks, als ik dood ben, ook zal zijn.

Je IKgeheugen blijft bestaan. Maar hoe zinvol is dat?

Maar eerst de vraag: “Wie was ik in mijn vorige leven?” Aangenomen dat wij reïncarneren, dan lijkt mij dit een verkeerde vraag. Je hebt mogelijk duizenden vorige levens. Om er één leven uit te pikken, is onzinnig. Je hebt van álle vorige levens geleerd en mogelijk gebruik je van elk leven iéts. Want daar ga ik wel van uit: dat je leeft om te leren, en om daarmee een steeds betere betekenis voor jezelf, voor anderen en voor je omgeving te kunnen hebben. Het aardse leven is er om van te leren, om nieuwe belevenissen in je IKgeheugen op te nemen, neem ik aan. Hoe langer geleden een gebeurtenis plaatsvond, hoe moeilijker je hersenen een referentie uit je langetermijngeheugen kunnen gebruiken om een verbinding met je IKgeheugen te maken. Sommige referenties verdwijnen. (Weer zo’n beperking van je hersenen.) Als het nóg langer geleden is – een vorig leven – wordt een herinnering mogelijk onmogelijk, wat niet wil zeggen dat jouw IK er – via jouw infotie – geen gebruik van zou kunnen maken: je kunt het je alleen niet herinneren omdat je hersenen geen referentie voorhanden hebben. Wat niet wil zeggen dat je IK geen toegang heeft tot alles in je IKgeheugen.
Wonderkinderen als Mozart worden wel eens gebruikt als bewijs voor reïncarnatie. Hij kon al op driejarige leeftijd eenvoudige muziekstukken foutloos uit zijn hoofd spelen. Op zijn vijfde componeerde hij al. Een beschikbare vaardigheid, opgedaan in vorige levens?

Waarmee ik de vraag naar de zin van een persoonlijk voortbestaan – in verband met het idee van de reïncarnatie – impliciet gegeven heb: die zin kan bestaan uit het ‘een betere betekenis’ hebben en het ‘een betere bijdrage’ leveren aan het-Grote-Geheel én aan jouw persoonlijke voortbestaan. Je kunt jezelf ontwikkelen, je kunt groeien.
Maar hoe zit het met mijn evolutiemodel waarin ik de mogelijkheid van een Connectie met andere IKgeheugens genoemd heb?
Als bijvoorbeeld een wonderkind een Connectie heeft met het IKgeheugen van iemand die overleden is, dan is het denkbaar dat zo’n kind gebruik kan maken van die ervaringen en gemakkelijker vaardigheden leert of zelfs ‘bezit’, zonder zelf een leerproces door te maken. Een dergelijk bezit-van-vaardigheden kun je ook aantreffen bij sommige autistische mensen.
De ervaring van de overledene heeft dan ook zin als hij dood is. Dit kan, vanuit het oogpunt van de overledene, in principe zowel een actief als een niet-actieve ‘daad’ zijn. Het is denkbaar dat jouw-IK zich actief met de aardse ontwikkeling ‘bemoeit’ door een Connectie aan te brengen en ervaringen ‘beschikbaar’ te stellen. Nogmaals: het gaat hier om aannames, om 'geloof'. Om een keuze die iedereen voor zichzelf kan maken.
Dat jij voortbestaat heb ik in vorige Stukjes al aannemelijk gemaakt. Dat dit ook zin heeft is voor-mij evident. Ik ga ervan uit dat je ook na je dood Connecties kunt aangaan en daardoor een persoonlijke bijdrage kunt leveren aan jouw-IK-ontwikkeling en dat van het-Grote-Geheel. Ik geef de voorkeur aan mijn model-van-de-Connectie boven dat van de reïncarnatie, omdat dit model-van-de-Connectie een breder scala van verschijnselen verklaart, onder andere dat van de telepathie.

Dat je na je dood invloed kunt hebben op aarde, in het-NU, komt in allerlei verhalen naar voren. Wel is het zo dat je wat op aarde gebeurt niet meer direct kunt besturen, neem ik aan. Je kunt wel je kennis en ervaring beschikbaar stellen aan de mensen die na je leven. Wellicht kun je daarin meer of minder actief zijn. Een voorbeeld is het verhaal over Edgar Cayce. Hij leefde van 1877 tot 1945. Hij had de gave om onder hypnose medische diagnoses te formuleren, inclusief effectieve behandelingsvoorschriften. (Zie: https://www.edgarcayce.org/edgar-cayce/his-life/ )
Hij maakte daarbij gebruik van de IKgeheugens van overleden artsen, neem ik aan. Dat hij ook veel onzin verkocht heeft doet niet terzake. Té veel adviezen waren raak en soms terug te voeren naar een vroeger Verleden.

Het is een bekend en verklaarbaar gegeven dat niet alle buitenzintuiglijke waarnemen exact waar zijn: er vindt altijd een interpretatie plaats in termen van de kennis waarover de waarneming-ontvangende persoon beschikt. Het buitenzintuiglijke is voor veel mensen onaanvaardbaar, omdat ze er bij voorbaat van uitgaan dat alleen de materiële wereld bestaat. Dan kunnen buitenzintuiglijke waarnemingen niet. Ik hoop dat ik, vooral in mijn boek ‘Zelfhandhaving’, heb aangetoond dat dit een te beperkte zienswijze is. Er is meer mogelijk tussen hemel en aarde dan onze beperkte hersenen kunnen bevatten.

Home   Voor reacties: Prikbord filosofie/mensvisie