Herman Hümmels
Home

Verhalen en heterarchiën

Wat mensen discrimineert (onderscheidt) van de andere levende organismen heb ik samengevat onder de term ‘derde dimensie’ (derde evolutieniveau). Een aspect hiervan is de mogelijkheid om systemen (samenlevingen, gemeenschappen, maatschappijen) te vormen van mensen die elkaar niet kennen en nooit zullen ontmoeten. Toch is er iets dat hen bindt, waardoor ze samen kunnen werken aan eenzelfde doel. Ze vormen een eenheid doordat ze geloven in dezelfde verhalen.

Er wordt wel eens gesproken over een mierenmaatschappij (een mierenkolonie), maar ik gebruik het woord ‘maatschappij’ uitsluitend voor mensen. Het is dan een door mensen bewust samengestelde gemeenschap-van-mensen. Een maatschappij kun je niet vastpakken. Een fundamentele materialist zou moeten zeggen: “Een maatschappij bestaat niet”. Dat komt omdat hij de functie van verhalen niet erkent. In verhalen kunnen wij mensen zaken ‘maken’ die niet echt bestaan. We kunnen zaken ‘benoemen’. Alles wat je een naam kunt geven kun je ook als een systeem opvatten. Een systeem bestaat uit delen die zich tot elkaar verhouden, dit kan dus ook iets zijn wat je zintuiglijk niet kunt waarnemen. De delen moeten wel een fysieke (waarneembare) grondslag hebben: een maatschappij bestaat uit mensen. Ze zijn ‘burgers’ van een ‘land’ (natiestaat).

Hoe kunnen delen die geen fysiek contact met elkaar hebben toch één geheel vormen? We moeten daarbij bedenken dat het om ‘gedrag’ gaat. De functie van een systeem is dat het gedrag van het systeem op zijn minst enigszins voorspelbaar is, of op zijn minst ‘betrouwbaar’. Afhankelijk van een bepaalde input moet de output (het gedrag) een bepaalde waarde hebben en aan bepaalde normen voldoen. Als dit zo is noemen we het gedrag betrouwbaar. De normen kunnen specifiek zijn, maar zich ook binnen een bepaalde bandbreedte afspelen (tolerantiegrenzen).

Belangrijke tolerantiegrenzen worden in een maatschappij aangegeven door middel van wetten. Die regelen het gedrag van de burgers. Wetten zijn niet de enige regels die mensen hanteren om hun gedragingen op elkaar af te stemmen. Cultuur en moraal zijn andere voorbeelden. Waarvan? Het zijn voorbeelden van ‘verhalen’. Een verhaal is een vertelling: een weergave in woorden van één gebeurtenis of van een reeks gebeurtenissen. Een verhaal kan verzonnen zijn of een weergave van iets dat echt gebeurd is of wellicht nog moet gebeuren. De vertelde of beschreven gebeurtenissen kunnen betrekking hebben op iets uit het-Verleden of op iets in de-Toekomst. Als ze betrekking hebben op het-Verleden dan zijn het bijvoorbeeld volksverhalen (sprookjes, mythen, legenden, sagen…). Ze geven een bepaalde kijk op een gebeurtenis in de geschiedenis. Als ze op de-Toekomst betrekking hebben zijn het plannen, verwachtingen of voorspellingen. Ze kunnen ook betrekking hebben op iets dat jij in het-NU moet uitvoeren of niet mag doen (wetten, opdrachten, voornemens…).

Vertellen is het mondeling of schriftelijk ‘een verhaal doorgeven’. Dat kan tegenwoordig ook digitaal. Vroeger, voordat mensen woorden in schrift uitdrukten, kon het alleen mondeling. De oudste geschriften, vooral die waarop wereldgodsdiensten gebaseerd zijn, zijn optekeningen van verhalen die soms eeuwen oud waren. Om een beeld te krijgen van hoe verhalen vertellen ontstaan is, kun jij je een groepje jager/verzamelaars voor de geest halen dat ‘s avonds rond een kampvuur zit. Ze spreken de gebeurtenissen van die dag door en stellen vast wat ze de volgende dag zullen gaan doen.
Veel verhalen die vaak doorverteld worden hebben een stichtelijke functie. Ze hebben een expliciete, maar vaker een verborgen boodschap. Die boodschap heeft dan een ordenende functie binnen een groep, groepering of gemeenschap.

Vooral in heterarchieën zijn verhalen belangrijk. Een heterarchie is, in tegenstelling tot een hiërarchie, een eenheid waarin niemand verantwoording hoeft af te leggen aan iemand van een hoger niveau. Dat hogere niveau is er niet, omdat het niet om een hiërarchie gaat. Deelnemers van een heterarchie maken vrijwillig deel uit van zo’n geheel. Gezinnen, verenigingen, coöperaties en democratieën zijn voorbeelden van heterarchieën. Binnen een heterarchie kunnen de deelnemers wel een bestuur aanwijzen aan wie ze bepaalde bevoegdheden delegeren. Dat is het geval bij een democratische maatschappij.

Een belangrijk kenmerk van een heterarchie is, dat de deelnemers zich binden aan het nastreven van een gezamenlijk doel. Zo’n doel is altijd een verhaal. In managementtheorieën wordt dit ook wel een ‘visie’ genoemd. Doelstellingen zijn dan specificaties van de visie.

“Hej’t a heu’t…?” En dan volgde ongevraagd het laatste nieuwtje. Ik hoor het de melkboer, die dagelijks langs de deur kwam, nog zeggen. Ik denk dat dit dichtbij de oervorm van de verhalen komt. Opmerkelijk is ook hier de stichtende bijbedoeling. Zelfs als het om roddel of om vermaak gaat. De cabaretier die succes heeft vertelt een grap om er geld mee te verdienen en een grappenmaker vertelt een mop om zelf populair te worden, maar ze hebben alleen succes als hun bezigheid een maatschappelijke functie heeft. Dit klinkt raar maar heeft bijvoorbeeld zelfrelativering tot gevolg als jij jezelf herkent, of geeft een grens aan die een goed burger eigenlijk niet mag overschrijden. Bij roddel (kwaadspreken) probeert de verhalenverteller, al of niet bewust, de maatschappelijke positie van iemand in diskrediet te brengen. Het hoeft overigens niet om een persoon te gaan, het kan ook een groep of groepering betreffen.
Roddelbladen varen er wel bij. Nieuwsbladen onderscheiden zich door een kleur (politieke gezindheid) en/of concentreren zich op gebeurtenissen in een regio. Het nieuws wordt grotendeels gedomineerd door sensatiezucht en specifieke meningen, vaak van niet-terzake-kundigen. Bij nepnieuws zijn de bedoelingen duidelijk, al is niet altijd duidelijk dat onwaarheid verteld wordt.

Waar macht en gezag de bindmiddelen zijn van een hiërarchie, zijn verhalen het bindmiddel van een heterarchie. Macht wil zeggen dat je zeggingskracht hebt over het doen en laten van degenen die ‘onder’ je staan. Gezag wil zeggen dat je macht aan iemand toekent of delegeert. De definitiemacht van een expert ligt daar zo’n beetje tussenin.
Macht en gezag spelen geen rol als je geheel uit vrije wil een doel kiest dat je in de toekomst wenst te bereiken. Zo’n doel kan een beeld zijn dat je voor ogen hebt.

In het Fries Museum was een banaan op de muur geplakt. Het stelde een kopie voor van de banaan van Maurizio Cattelan. Het oorspronkelijke kunstwerk met de naam ‘Comedian’ werd op een beurs in Miami verkocht. De koper heeft overigens geen banaan gekocht maar een idee, een concept, een verhaal. Dit soort acties wordt dan ook ‘conceptuele kunst’ genoemd.
Er ontstond een discussie over wat je nu precies onder kunst zou moeten verstaan. Wie is er nu bereid om voor een banaan veel geld te betalen? Waarom is een Rembrandt veel geld waard en een banaan niet? Het zou toch eigenlijk precies andersom moeten moeten zijn? Een banaan kan in tijden van hongersnood levensreddend zijn.
Met concepten ligt het anders. Sommige verhalen zijn wel degelijk levensreddend. Neem alleen al het idee om ziektes te bestrijden met antibiotica. Of omgekeerd het idee ‘oorlog’. Als een machthebber het idee ‘oorlog’ ten uitvoer brengt kóst dat mensenlevens. Zo heeft de koper van ‘de banaan’ niet die banaan gekocht maar het recht om iets uit te voeren. Dat recht schijnt op de beurs voor 150.000,- dollar verkocht te zijn. Daarmee heeft hij het recht gekregen om een in veertien pagina’s beschreven actie uit te voeren. Zou het Fries Museum de koper zijn geweest?

Als je een beeld concreet maakt, dan ‘verwoord’ je het: je maakt er een verhaal van. Het voordeel van verwoorden is, dat je het met anderen kunt delen. Het verhaal wordt een bindmiddel wanneer anderen hetzelfde doel nastreven. Als dit bewust en vrijwillig in de vorm van een samenwerking plaatsvindt, noem ik dat een heterarchie.

Je zou de grondslag van een heterarchie ook ‘persoonlijke’ macht kunnen noemen. Die persoonlijke macht kun je — eventueel betrekking hebbend op een beperkt domein — delegeren naar anderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een democratische maatschappij. De persoonlijk macht is daarbij voor een deel gedelegeerd aan de overheid. Dit kan anders. In een dictatuur bijvoorbeeld eist de dictator alle macht voor zichzelf op. Tussen een democratie en dictatuur zijn allerlei tussenvormen denkbaar. Zo kan bijvoorbeeld de president van de VS per decreet op eigen houtje beslissingen nemen. Bij al deze vormen is een verhaal de richtlijn dat zorgt voor ordening en orde. Zo’n verhaal maakt dat samengewerkt kan worden aan het bereiken van één doel. Een belangrijk verschil tussen een hiërarchie en een heterarchie is de wijze waarop doelen bepaald en nagestreefd worden.

Home   Voor reacties: Prikbord Maatschappijvisie