Verhalen en heterarchiën
Wat mensen discrimineert (onderscheidt) van de andere levende organismen
heb ik samengevat onder de term ‘derde dimensie’ (derde evolutieniveau).
Een aspect hiervan is de mogelijkheid om systemen (samenlevingen,
gemeenschappen, maatschappijen) te vormen van mensen die elkaar niet kennen
en nooit zullen ontmoeten. Toch is er iets dat hen bindt, waardoor ze samen
kunnen werken aan eenzelfde doel. Ze vormen een eenheid doordat ze geloven
in dezelfde verhalen.
Er wordt wel eens gesproken over een mierenmaatschappij (een
mierenkolonie), maar ik gebruik het woord ‘maatschappij’ uitsluitend voor
mensen. Het is dan een door mensen bewust samengestelde
gemeenschap-van-mensen. Een maatschappij kun je niet vastpakken. Een
fundamentele materialist zou moeten zeggen: “Een maatschappij bestaat
niet”. Dat komt omdat hij de functie van verhalen niet erkent. In verhalen
kunnen wij mensen zaken ‘maken’ die niet echt bestaan. We kunnen zaken
‘benoemen’. Alles wat je een naam kunt geven kun je ook als een systeem
opvatten. Een systeem bestaat uit delen die zich tot elkaar verhouden, dit
kan dus ook iets zijn wat je zintuiglijk niet kunt waarnemen. De delen
moeten wel een fysieke (waarneembare) grondslag hebben: een maatschappij
bestaat uit mensen. Ze zijn ‘burgers’ van een ‘land’ (natiestaat).
Hoe kunnen delen die geen fysiek contact met elkaar hebben toch één geheel
vormen? We moeten daarbij bedenken dat het om ‘gedrag’ gaat. De functie van
een systeem is dat het gedrag van het systeem op zijn minst enigszins
voorspelbaar is, of op zijn minst ‘betrouwbaar’. Afhankelijk van een
bepaalde input moet de output (het gedrag) een bepaalde waarde hebben en
aan bepaalde normen voldoen. Als dit zo is noemen we het gedrag
betrouwbaar. De normen kunnen specifiek zijn, maar zich ook binnen een
bepaalde bandbreedte afspelen (tolerantiegrenzen).
Belangrijke tolerantiegrenzen worden in een maatschappij aangegeven door
middel van wetten. Die regelen het gedrag van de burgers. Wetten zijn niet
de enige regels die mensen hanteren om hun gedragingen op elkaar af te
stemmen. Cultuur en moraal zijn andere voorbeelden. Waarvan? Het zijn
voorbeelden van ‘verhalen’. Een verhaal is een vertelling: een weergave in
woorden van één gebeurtenis of van een reeks gebeurtenissen. Een verhaal
kan verzonnen zijn of een weergave van iets dat echt gebeurd is of wellicht
nog moet gebeuren. De vertelde of beschreven gebeurtenissen kunnen
betrekking hebben op iets uit het-Verleden of op iets in de-Toekomst. Als
ze betrekking hebben op het-Verleden dan zijn het bijvoorbeeld
volksverhalen (sprookjes, mythen, legenden, sagen…). Ze geven een bepaalde
kijk op een gebeurtenis in de geschiedenis. Als ze op de-Toekomst
betrekking hebben zijn het plannen, verwachtingen of voorspellingen. Ze
kunnen ook betrekking hebben op iets dat jij in het-NU moet uitvoeren of
niet mag doen (wetten, opdrachten, voornemens…).
Vertellen is het mondeling of schriftelijk ‘een verhaal doorgeven’. Dat kan
tegenwoordig ook digitaal. Vroeger, voordat mensen woorden in schrift
uitdrukten, kon het alleen mondeling. De oudste geschriften, vooral die
waarop wereldgodsdiensten gebaseerd zijn, zijn optekeningen van verhalen
die soms eeuwen oud waren. Om een beeld te krijgen van hoe verhalen
vertellen ontstaan is, kun jij je een groepje jager/verzamelaars voor de
geest halen dat ‘s avonds rond een kampvuur zit. Ze spreken de
gebeurtenissen van die dag door en stellen vast wat ze de volgende dag
zullen gaan doen.
Veel verhalen die vaak doorverteld worden hebben een stichtelijke functie.
Ze hebben een expliciete, maar vaker een verborgen boodschap. Die boodschap
heeft dan een ordenende functie binnen een groep, groepering of
gemeenschap.
Vooral in heterarchieën zijn verhalen belangrijk. Een heterarchie is, in
tegenstelling tot een hiërarchie, een eenheid waarin niemand verantwoording
hoeft af te leggen aan iemand van een hoger niveau. Dat hogere niveau is er
niet, omdat het niet om een hiërarchie gaat. Deelnemers van een heterarchie
maken vrijwillig deel uit van zo’n geheel. Gezinnen, verenigingen,
coöperaties en democratieën zijn voorbeelden van heterarchieën. Binnen een
heterarchie kunnen de deelnemers wel een bestuur aanwijzen aan wie ze
bepaalde bevoegdheden delegeren. Dat is het geval bij een democratische
maatschappij.
Een belangrijk kenmerk van een heterarchie is, dat de deelnemers zich
binden aan het nastreven van een gezamenlijk doel. Zo’n doel is altijd een
verhaal. In managementtheorieën wordt dit ook wel een ‘visie’ genoemd.
Doelstellingen zijn dan specificaties van de visie.
“Hej’t a heu’t…?” En dan volgde ongevraagd het laatste nieuwtje. Ik hoor het
de melkboer, die dagelijks langs de deur kwam, nog zeggen. Ik denk dat dit
dichtbij de oervorm van de verhalen komt. Opmerkelijk is ook hier de
stichtende bijbedoeling. Zelfs als het om roddel of om vermaak gaat. De
cabaretier die succes heeft vertelt een grap om er geld mee te verdienen en
een grappenmaker vertelt een mop om zelf populair te worden, maar ze hebben
alleen succes als hun bezigheid een maatschappelijke functie heeft. Dit
klinkt raar maar heeft bijvoorbeeld zelfrelativering tot gevolg als jij
jezelf herkent, of geeft een grens aan die een goed burger eigenlijk niet
mag overschrijden. Bij roddel (kwaadspreken) probeert de verhalenverteller,
al of niet bewust, de maatschappelijke positie van iemand in diskrediet te
brengen. Het hoeft overigens niet om een persoon te gaan, het kan ook een
groep of groepering betreffen.
Roddelbladen varen er wel bij. Nieuwsbladen onderscheiden zich door een
kleur (politieke gezindheid) en/of concentreren zich op gebeurtenissen in
een regio. Het nieuws wordt grotendeels gedomineerd door sensatiezucht en
specifieke meningen, vaak van niet-terzake-kundigen. Bij nepnieuws zijn de
bedoelingen duidelijk, al is niet altijd duidelijk dat onwaarheid verteld
wordt.
Waar macht en gezag de bindmiddelen zijn van een hiërarchie, zijn verhalen
het bindmiddel van een heterarchie. Macht wil zeggen dat je zeggingskracht
hebt over het doen en laten van degenen die ‘onder’ je staan. Gezag wil
zeggen dat je macht aan iemand toekent of delegeert. De definitiemacht van
een expert ligt daar zo’n beetje tussenin.
Macht en gezag spelen geen rol als je geheel uit vrije wil een doel kiest
dat je in de toekomst wenst te bereiken. Zo’n doel kan een beeld zijn dat
je voor ogen hebt.
In het Fries Museum was een banaan op de muur geplakt. Het stelde een kopie
voor van de banaan van Maurizio Cattelan. Het oorspronkelijke kunstwerk met
de naam ‘Comedian’ werd op een beurs in Miami verkocht. De koper heeft
overigens geen banaan gekocht maar een idee, een concept, een verhaal. Dit
soort acties wordt dan ook ‘conceptuele kunst’ genoemd.
Er ontstond een discussie over wat je nu precies onder kunst zou moeten
verstaan. Wie is er nu bereid om voor een banaan veel geld te betalen?
Waarom is een Rembrandt veel geld waard en een banaan niet? Het zou toch
eigenlijk precies andersom moeten moeten zijn? Een banaan kan in tijden van
hongersnood levensreddend zijn.
Met concepten ligt het anders. Sommige verhalen zijn wel degelijk
levensreddend. Neem alleen al het idee om ziektes te bestrijden met
antibiotica. Of omgekeerd het idee ‘oorlog’. Als een machthebber het idee
‘oorlog’ ten uitvoer brengt kóst dat mensenlevens. Zo heeft de koper van
‘de banaan’ niet die banaan gekocht maar het recht om iets uit te voeren.
Dat recht schijnt op de beurs voor 150.000,- dollar verkocht te zijn.
Daarmee heeft hij het recht gekregen om een in veertien pagina’s beschreven
actie uit te voeren. Zou het Fries Museum de koper zijn geweest?
Als je een beeld concreet maakt, dan ‘verwoord’ je het: je maakt er een
verhaal van. Het voordeel van verwoorden is, dat je het met anderen kunt
delen. Het verhaal wordt een bindmiddel wanneer anderen hetzelfde doel
nastreven. Als dit bewust en vrijwillig in de vorm van een samenwerking
plaatsvindt, noem ik dat een heterarchie.
Je zou de grondslag van een heterarchie ook ‘persoonlijke’ macht kunnen
noemen. Die persoonlijke macht kun je — eventueel betrekking hebbend op een
beperkt domein — delegeren naar anderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een
democratische maatschappij. De persoonlijk macht is daarbij voor een deel
gedelegeerd aan de overheid. Dit kan anders. In een dictatuur bijvoorbeeld
eist de dictator alle macht voor zichzelf op. Tussen een democratie en
dictatuur zijn allerlei tussenvormen denkbaar. Zo kan bijvoorbeeld de
president van de VS per decreet op eigen houtje beslissingen nemen. Bij al
deze vormen is een verhaal de richtlijn dat zorgt voor ordening en orde.
Zo’n verhaal maakt dat samengewerkt kan worden aan het bereiken van één
doel. Een belangrijk verschil tussen een hiërarchie en een heterarchie is
de wijze waarop doelen bepaald en nagestreefd worden.
|