Je best doen
Jij bestaat; je kunt er maar beter het beste van van maken. Voor-mij wil
dit zeggen dat ik een zinvol leven wil leiden. Ik wil iets betekenen en een
bijdrage leveren aan mijn omgeving. Dat moet wel, want zonder omgeving kan
ik niet bestaan. Hier ligt een grondslag van mijn dialectische model: ik
verhoud mij tot mijn omgeving. (Zie mijn boek ‘Bestaan begrijpen’.) Dit is
een actieve verhouding, ze verandert constant, is nooit hetzelfde. Wij
hebben als mens invloed op die verhouding doordat wij veranderen. Door ons
toedoen veranderen we ook de omgeving waarin we leven.
Je maakt je bestaan hier op aarde zinvol door je best te doen. ‘Je best
doen’ houdt in dat je iets nastreeft, je wilt iets bereiken, voor jezelf en
voor je omgeving. Daarmee is nog niet gezegd wat je het beste kunt doen.
Welk doel streef je na? Dat kan een goed doel zijn of een fout doel. Als je
dit onderscheid maakt discrimineer je jouw handelen. Jij kiest om iets te
doen en dus om iets anders niet te doen. Wat je wel doet beschouw je beter,
als ‘goed’ om te doen. Wat is goed en wat is fout?
Als je iets op de juiste manier doet, is de kans het grootst dat je bereikt
wat jij je voornam. Iets op de juiste manier doen wil nog niet zeggen dat
het ook het beste is om te doen. Juist doen is iets anders dan goed doen.
Als je op de juiste manier inbreekt is de kans het grootst om een buit te
pakken te krijgen, maar is het ook ‘goed’ om te stelen? Wie bepaalt dat en
op grond waarvan? Dit is een morele kwestie. Moraal gaat over de vraag wat
goed en wat fout is om te doen.
Jij bent de enige die verantwoordelijk is voor wat je doet. Daar ga ik van
uit. In China denken ze daar anders over. Daar maakt de staat uit wat goed
en wat fout is. In Saoedi-Arabië maken de religieuze leiders de dienst uit.
De machthebbers in die landen vinden dat zij verantwoordelijk zijn voor wat
hun onderdanen hebben te doen. Veel Chinezen en Arabieren weten niet beter
of kiezen voor dit uitgangspunt, en gaan daarin mee. Dat is het verschil
tussen mensen die een gemeenschapscultuur (China) en die een
persoonscultuur (het Westen) aanhangen. De keuze lijkt arbitrair, ze wordt
echter door mensen gemaakt. Ik zie niet in hoe een groep of groepering (of
een landsbestuur) kan kiezen: groepen en groeperingen hebben geen
Bewustzijn en kunnen dus niet discrimineren. Hier speelt het verschil
tussen het micro- en het macroniveau een rol: het Bewustzijn is gekoppelt
aan personen en niet aan suprasystemen. Een groep of groepering kan niet
denken.
Als jij in principieel de enige bent die kan bepalen wat voor-jou goed is
om te doen, dan zit je met een probleem, want hoe bepaal je dat? Op grond
waarvan? En is zo’n grond voor-jou wel beschikbaar? Of sta je met lege
handen? Ogenschijnlijk wel. Maar je hebt hebt een gevoel, en je hebt jouw
intuïtie. Bovendien kun je nadenken en je creativiteit gebruiken. Je bent
een tweedimensionaliteit, maar ook een driedimensionaliteit. Dit biedt
mogelijkheden. Je hebt op jouw tweedimensionale niveau een natuurlijke
behoefte om goed voor jezelf te zorgen, maar je weet ook dat je het zonder
anderen maar met moeite alleen zult uithouden. Hieruit zijn een aantal
zaken af te leiden die aangeven wat goed is om te doen en wat je maar beter
kunt nalaten. Als je niet eet ga je dood. Als niemand zich zou voortplanten
zou het snel afgelopen zijn met de mensheid en zouden er geen
driedimensionaliteiten meer bestaan. Dit zou een stap terug zijn in de
evolutionaire ontwikkeling. Ik ga er van uit dat dit niemands bedoeling is.
Als het gaat om behoeften die op het driedimensionale vlak spelen, op het
derde meta-evolutieniveau, wordt het moeilijker. Dan gaat het niet meer om
de ontwikkeling van de mensen-als-soort, maar om de individuele
ontwikkelingen. En omdat de Potenties van mensen verschillen, is hier
weinig algemeens en voor iedereen geldend over te zeggen. Dat is wel
mogelijk als het om het voortbestaan van de menselijke soort gaat (tweede
dimensie). Je kunt dan een aantal basisbehoeften benoemen waaraan zonder
meer voldaan moet worden. Dit zou je een ‘recht’ kunnen noemen: iedereen
heeft recht op het kunnen bevredigen van zijn basisbehoeften. Het gaat dan
om zaken als zekerheid en veiligheid. In de westerse persoonsculturen vindt
men dat men ook ten aanzien van sommige driedimensionale behoeften rechten,
maar ook plichten heeft. Die gelden zowel op het persoonlijke vlak als op
het tussen-menselijke vlak. Het gaat dan om eigenheid: het recht om eigen
Potenties te ontwikkelen en de plicht om ook anderen hiertoe in de
gelegenheid te stellen. Ik heb dit samengevat in een gulden regel (zie mijn
boek ‘Menswaardige maatschappij’):
-
Respecteer en ondersteun de basisbehoeften van anderen en draag bij
aan de totstandkoming respectievelijk handhaving van een
maatschappij waarin iedereen in zijn basisbehoeften kan voorzien.
Dit is de basisregel die ik gebruik als ‘plicht’ om te bepalen of ik goed
handel. Is dit niet in strijd met de noodzaak om goed voor jezelf te
zorgen? Anderen respecteren en hun basisbehoeften ondersteunen is op zich
niet in strijd met een zelfzorgplicht. Respecteren kost niets, aan
ondersteunen hangt echter wel een prijskaartje. Eten moet je in onze
westerse maatschappij kopen. Geld geven aan anderen kun je niet onbeperkt
doen, want dan houd je niets voor jezelf over. ‘Ondersteunen’ wil echter
niet zeggen dat je alles wat je hebt moet weggeven.
Een synoniem van ‘ondersteunen’ is ‘helpen’. En helpen wil zeggen: iets
voor een ander doen dat hij zelf niet doet. Helpen doe je ‘naar vermogen’,
en alleen als het nodig is.
Wat je zelf en voor jezelf niet kunt doen, kun je ook voor een ander niet
doen. Dit is een gevolg van ‘aardse beperkingen’. Als ik drie dagen niet
gegeten heb, en ik vind een stuk brood, dan kan het zijn dat ik het aan
mijn kind geef, maar ik zal het niet aan een wildvreemde geven. Dit heeft,
naast een persoonlijke behoeften-kant ook een maatschappelijke kant. Op dit
soort zaken zal in Stukjes in de categorie ‘Maatschappijvisie’ (zie de
Home-pagina) nader ingaan.
De gulden regel betreft ogenschijnlijk alleen hoe jij je ten opzichte van
anderen moet verhouden. Impliciet zegt het echter ook iets over jezelf. Jij
bent namelijk degene die er voor kiest om volgens een dergelijke regel te
leven. Je kunt ook een andere keuze maken. Wat is de zin van een dergelijke
keuze? Kun je niet beter een egoïstischer keuze maken. Waarom zou je je
druk maken over anderen?
Alle religies hebben hun antwoord klaar op dit soort vragen. Ze spiegelen
je een soort hemel voor, als je voldoet aan de regels die zo’n geloof
voorschrijft. Dat kan een stoel dicht bij God zijn of een toestand van
eeuwig geluk. Deze beloften zijn uitsluitend gebaseerd op door mensen
geschreven teksten en op door vertegenwoordigers van aardse instituten
(kerken) uitgevaardigde opdrachten. Je kunt zo’n wetgeving volgen, maar
uiteindelijk ben jij degene die kiest en voor je keuze verantwoordelijk is.
Uiteindelijk sta je er alleen voor.
Je kunt een neoliberaal uitgangspunt kiezen, dat wil zeggen dat je volledig
vrij bent in wat kiest, zolang je maar geen schade toebrengt aan iemand
anders. De plicht om je te ontfermen over anderen-in-nood ontbreekt dan.
Hulp bieden aan anderen is dan niet nodig. Dit is geen natuurlijke reactie.
Mensen hebben de neiging om te hulp te schieten als iemand in hun buurt
iets overkomt. Aan de andere kant van het spectrum aan keuzemogelijkheden
staat de volledige zelfopoffering. Dat zie je ogenschijnlijk in sommige
kloostergemeenschappen. Dit gaat ten koste van de ontwikkeling van de eigen
Potenties. Ook dit is tegennatuurlijk, want alles wijst in de natuur in de
richting van zelfontplooiing.
De gulden regel stelt een bandbreedte vast van waarden en normen die goed
zijn om na te streven: respecteer het anders-zijn van anderen (het is hun
keuze); help (ondersteun) behoeftigen (als iemand niet beschikt over zijn
basisbehoeften is hij hulpbehoevend). Draag bij aan samenwerkingsverbanden
(maatschappij) die er op gericht zijn om iedereen van basisbehoeften te
voorzien.
Dit is een keuze die je kunt maken.
De gulden regel maakt zelfhandhaving mogelijk. Deze meest algemene behoefte
omvat zowel de behoefte aan basisvoorzieningen als de behoefte aan
zelfontplooiing. Uiteindelijk gaat om de ontplooiing van de persoonlijke
Potenties. Daarin speelt ieder-voor-zich een eigen rol. Door een keuze te
maken en uit te voeren zorg je voor de manifestatie van een Potentie. Zo
bezien is ‘bewust kiezen’ het beste wat je kunt doen. Je doet je best — en
dit is goed — door die keuze op de juiste manier uit te voeren.
|