Smoky mountain
Het is een schokkend beeld. Een enorme berg gistende, smeulende, stinkende rotzooi. Daarop, van lappen plastic en ander afval gebouwde onderkomens. Er wonen mensen in. Van het afval leven ze. Door in de vuilnis te zoeken naar bruikbare en verkoopbare dingen voorzien ze in hun bestaan.
Dit soort taferelen vindt je niet alleen op de Philipijnse 'Smoky mountain'. Maar in Nepal ben ik het niet tegengekomen. Ik vroeg me af waarom. De documentaire, waarin bovenstaande beelden voorkwamen, gaf woordenloos het antwoord: in een paar flitsen waren hoge kantoorflats te zien.
Dit soort afvalbergen zijn een welvaartsverschijnsel, een welvaart waaraan Nepal nog niet toe is.
Hoge kantoorgebouwen tref je in Nepal niet aan. Hoge afvalbergen zijn een gevolg van de manier-van-leven van rijke mensen. Hoe rijker de mensen, des te meer afval ze produceren. En des te meer geld ze over hebben voor het verzamelen ervan. Afval vind je ook in Nepal. Maar het wordt niet verzameld en op een berg gegooid. Je treft het dus overal aan.
In de buurt van Sapana Village wonen mensen die leven van wat een klein stukje grond aan eetbare producten oplevert. Kopen en verkopen doen ze nauwelijks. En afval produceren ze al helemaal niet: alles wordt gebruikt en hergebruikt. Aan de overkant van de rivier wonen mensen die niet eens een stukje grond hebben...
En toch is welvaartsverbetering het enige middel om een menswaardiger bestaan te kunnen leiden. Ook al heeft dit meer afval tot gevolg. Vuilnis-op-zich is ook niet het echte probleem. Afval kan op een menswaardige manier vernietigd of gerecycled worden. Het werkelijke probleem is er een van verhoudingen. Het lijkt erop dat welvaart welhaast automatisch de verschillen tussen arm en rijk vergroot. En met name het leven van de onderste laag van de bevolking soms - hopelijk tijdelijk - er niet beter op maakt.
Rijkdom en macht gaan hand in hand. Naarmate je machtiger bent, kun je ook meer rijkdom vergaren. Vroeger had dit alles te maken met lichaams-sterkte. Later met grondbezit, en vooral met de vraag wie het op een bepaald stuk grond voor het zeggen had. Krijgsheren, vorsten, grootgrondbezitters... In Nepal is dat nog steeds zo. Terwijl tegelijkertijd de principes van de westerse economie ingevoerd worden, door vooral de jongere generatie.
Het vervelende van macht is, dat je dat - welhaast automatisch - gaat aanwenden om je eigen belangen te verdedigen of te versterken. Dat is gewoon biologisch zo bepaald. Een voortvloeisel uit Darwin's wetmatigheid van 'het recht van de sterkste'. Ook mensen hebben daar last van.
Kunnen we mensen onderscheiden van de andere dieren?
|