Padampur
Chitwan. Tot in de vijftiger jaren was het gebied oerwoud. Berucht vanwege de malaria-muggen. Het verhaal gaat, dat Nepal nooit gekoloniseerd is door de ligging tussen de Himalayas in het noorden en de Chitwan-jungle op de zuid-grens. De overheersers in India durfden niet door dat gebied te trekken.
De enige mensen die in dit gebied konden leven waren de Tharu's, omdat ze immuun waren voor malaria. Ze leefden in kleine gemeenschappen van wat het oerwoud hen te bieden had: vis, andere dieren, kruiden. Daarnaast verbouwden ze groente en hielden vee voor eigen gebruik. Ze bouwden een ruime kennis op over wat de jungle hen te bieden had, zoals kennis over het gebruik van kruiden voor medisch gebruik.
Een interessant detail is, dat Boeddha een Tharu was.
Padampur: Het staat nog steeds op de kaart, maar het bestaat niet meer...
In 1954 vond een grootscheepse muggen-verdelgings-actie plaats, met hulp van het Wereld Natuur Fonds (WNF), vliegtuigen en een bulk DDT. Gebieden werden ontbost en geschikt gemaakt voor landbouw.
In 1963 werd het deel ten zuiden van de Rapti-rivier tot beschermd neushoorn-reservaat verklaard (de voorloper van het Chitwan National Park).
In 1964 werden verschillende dorpen in het Park verplaatst naar het Noorden van de rivier. (22.000 mensen werden eerst 'verplaatst', daarna 7.000 uit 10 van de 16 dorpen.)
In 2003 werd de rest van de Padampur-bevolking geherhuisvest. (See doc.)
Deze 'herhuisvesting' had grote invloed op het dagelijkse leven van de Tharu's. Ofschoon ze eigenaar werden van een stukje grond, het bracht geen welvaart. Ze waren niet gewend om alleen maar 'landbouwer' te zijn, ze hadden geen idee van financien en van de waarde van de grond die ze kregen toegewezen. Velen verkochten hun grond aan
grootgrondbezitters uit Kathmandu, of aan slimme mensen uit andere delen van het land. Nu zijn ze vaak landarbeider of dagloner op hun eigen vroegere bezit. Velen leven aan de rand van de samenleving.
Geef niet, doe niet, maar maak mogelijk.
Het echte probleem is niet 'armoede': de Tharu's konden zichzelf eeuwenlang handhaven. Het probleem is, dat ze werden geplaatst in een omgeving waar ze niet mee overweg konden. Nu willen ze graag leren wat nodig is om een goed leven te hebben in hun nieuwe omgeving, met behoud van de goede kanten van hun cultuur. Dit gaat op voor de Tharu's, maar ook voor andere bevolkingsgroepen in de omgeving. Die andere groepen kwamen uit het voorgebergte of uit India en probeerden een nieuw bestaan op te bouwen op de nieuw-gecultiveerde gronden. Ook zij willen vechten voor een meer-welvarend bestaan.
Naast het leren van nieuwe dingen zijn verschillende praktische projecten nodig om tot nieuwe instituties te komen op het gebied van onderwijs, gezondheid, werkgelegenheid. En verder zijn nieuwe landbouwtechnieken, markten voor hun producten, enz. zijn nodig.
|