Neo-neokolonialisme; speelgoed van westerlingen.
Laat me beginnen met de term 'kolonialisme'. Kolonialiseren wil zeggen: een gebied veroveren en de opbrengst van het land gebruiken voor eigen doeleinden. Dat gebeurde door West-Europese landen. Het veroverde gebied werd tot 'eigendom' verklaard, tot eigen grondgebied. Het begon met de ontdekking van Amerika en bestond tot in de twintigste eeuw. Dat was de eerste fase.
In fase twee werden de geannexeerde grondgebieden onafhankelijke landen. In veel gevallen sloot de nieuwe regering overeenkomsten met de vroegere overheersers. Die exploiteerden grondstoffen, maakten afspraken over militaire settlements, en organiseerden ontwikkelingshulp. In deze fase waren ook de Verenigde Staten van Amerika actief. Vooral om hun eigen belangen te verdedigen. Deze fase wordt de fase van het 'neokolonialisme' genoemd en is nog steeds gaande op veel plaatsen.
Er is een opkomende derde fase gaande. Door het internationale toerisme en de moderne communicatiemiddelen krijgen veel mensen een beter beeld van wat er gaande is. Ze willen wat doen om een betere wereld voor de kansarme mensen te creëren. Ze doneren geld aan een ontwikkelingsorganisatie. Anderen beginnen zelf een project: een schoolgebouw, toilet, gezondheidscentrum. Ik noem dit de derde fase van het kolonialisme: de fase van het 'neo-neokolonialisme', kortweg
de neo-neo fase. Waarom? Omdat, net als in de eerdere fasen, westerse mensen de economische situatie in ontwikkelingslanden misbruiken.
Het gaat om misbruik, omdat er ingegrepen wordt in het leven van kansarme mensen. Het hebben van geld speelt dezelfde functie als in de eerste fase gespeeld werd door de krijgsmacht. Geld geeft macht, 'wie betaalt bepaalt'.
Neo-neo's betalen om hun naam op een schoolfacade geschilderd te krijgen: 'Dick Susenso School'. Ze laten hun naam op een gesponsord toilet zetten: 'Sponsored by Marion from Holland'. Er zijn vele redenen waarom mensen willen betalen voor 'goed doen'. Voor een goed gevoel (ter reductie van schuldgevoelens?). Om mooie verhalen te kunnen vertellen aan hun vrienden. Ter verbetering van hun karma of voor een goede plek in de hemel. Of gewoon omdat ze iets willen doen aan de oneerlijke verdeling van kansen op een goed leven.
Is sponsoring verkeerd? Nee. Maar...
In de tweede fase, de fase van het neokolonialisme, was en is de geldende filosofie die van het win-win resultaat: beide partijen dienden profijt te hebben. Maar in de praktijk had slechts een klein deel van de bevolking uit de voormalige kolonie profijt van de nieuwe situatie. In veel gevallen werd een groot deel van de bevolking nog armer. De hulp bereikte niet de kansarme mensen.
De intentie in de neo-neo fase is juist tegengesteld: het is de bedoeling dat het geld alleen de arme mensen ten goede komt. Maar wat is het resultaat? Wat is het resultaat van een schoolgebouw als niemand weet wat goed onderwijs is? Desillusie! Wat is het effect van een toilet zonder hygiënisch gedrag? Niets! Wat is het effect van een gezondheidscentrum als er geen gekwalificeerde artsen en verpleegkundigen zijn? Teleurstelling!
Is sponsoring slecht? Niet altijd. Maar het kan.
Ontwikkelingswerk kan alleen door de mensen zelf gedaan worden. Soms kunnen ze ondersteuning gebruiken. Financiële ondersteuning via investeringen, donaties, microkrediet. Onderwijskundige en emotionele ondersteuning via coaching en onderwijs. Dergelijke ondersteuning moet door deskundigen gebeuren. Dat hoeven geen afgestudeerde mensen te zijn, maar wel mensen die weten waar ze mee bezig zijn. Emotioneel geraakt zijn of 'goed willen doen' is niet genoeg. Integendeel: 'goed doen' is vaak 'slecht doen' als het om de effecten van spontane hulpacties gaat.
|