Dimensionaal grondmodel
Alles is onzeker. Maar in fundamentele onzekerheid kunnen we niet leven. Daarom maken we keuzes en creëren ons eigen beeld van de werkelijkheid. Wat ik schrijf in mijn stukjes is dus een persoonlijke keuze. Ik probeer transparant en systematisch te zijn. Daarom beschrijf ik eerst wat ik onder sommige begrippen versta. Ik begin met dit grondmodel, en bouw daarop in andere stukjes verder.
De westerse wetenschap hanteert de wetten van de 'natuurkunde'. Ze gaat uit van de dimensies ruimte en tijd en zegt dat de wereld is opgebouwd uit massa en energie. Dat is te beperkt. De westerse wetenschap kan bijvoorbeeld geen antwoord geven op de vraag: wat is 'leven'.
Eerst bestond de kosmos slechts uit stoffelijke zaken. Op een bepaald moment, of geleidelijk aan, ontstond er leven op aarde. En na verloop van tijd waren er ook mensen.
Ik ga uit van het volgende grondmodel,
het bestaat uit de volgende lagen/fasen:
1e dimensie (DAT): het stoffelijke zijn, ontbinding, aards paradijs, convergentie;
2e dimensie (WAT): het biologische leven, strijd, strijdende staten, divergentie;
3e dimensie (DOEN): het menselijk bewustzijn, verbeelding, global village, emergentie;
4e dimensie (WAAROM): het buitenmenselijke.
Het gaat er niet om wat je bent (tweede dimensie) maar om wat je doet (derde dimensie). Mensen zijn wat ze doen. Het duidelijkst komt naar voren wie je bent als je ergens voor staat, als je een passie hebt.
Dit dimensionale model is weliswaar een blauwdruk voor alles wat zich in de werkelijkheid afspeelt, maar het niveau kan beperkt zijn. Elke dimensie impliceert de voorgaande. Sommige zaken zijn alleen van eendimensionale aard, andere behoren ook tot de tweede of zelfs tot de derde dimensie.
De aardse werkelijkheid kennen we als 'recursief' van opbouw. Recursie zie je op het Droste cacao-blikje, waarbij de verpleegster een cacao-blikje draagt met daarop een verpleegster die een cacao-blikje draagt met daarop... enzovoort. Ook fractals en holons volgen dat patroon.
Elke volgende laag/fase wordt bereikt via een 'kritisch punt' of 'omslag': uit een bepaalde laag/fase ontstaat iets dat fundamenteel nieuw is, zonder dat de verworvenheden uit een laag eronder, of van een vorige fase, opgeheven worden.
Dat kritische punt of omslag vindt overigens niet op een aanwijsbaar moment plaats: het proces verloopt geleidelijk; het is geen revolutie maar een evolutie.
Ik ben een actieve toeschouwer. Ik beschouw 'de werkelijkheid' als mijn 'buitenwereld'. Mensen kunnen zich in gedachten op een afstand van de werkelijkheid plaatsen en zich er zo beelden van vormen.
C.A. van Peursen's beschrijving van het verleden van de mensheid komt overeen met het grondmodel:
1. De mythische fase kenmerkt zich door een houding van participatie van de mens in de wereld om hem heen. Er is geen scherpe scheiding tussen mens en wereld. Zijn grond-ervaring is DAT iets is.
2. De ontologische fase wordt gekenmerkt door het inzicht willen krijgen in de krachten in en buiten het individu. Distantie nemen wordt mogelijk. Het gaat erom WAT iets is.
3. De functionele fase - dit is de fase waar we nu in leven - wordt gekenmerkt door verbondenheid van denken en handelen. Het gaat er om HOE iets is.
4. De vierde fase werpt zijn schaduw vooruit. Dat is de groeiende belangstelling voor spirituele zaken. Niet wat de gemeenschap of de kerk zegt is bepalend - niet wat ingegeven wordt 'van boven af' of 'van buiten' - maar wat 'van binnen uit' komt is richtinggevend. Het gaat om het zelfstandig begrijpen van het WAAROM iets is.
Met de volgende opsommingen probeer ik de essentie van de dimensies te schetsen. (In het stukje 'Begrippen' geef ik nog een paar extra beschrijvingen van termen die voor mij een speciale betekenis hebben.)
1e dimensie
DAT, één, gebondenheid, geborgenheid, convergentie, ontbinding, gelijkheid, zekerheid, ongedifferentieerde eenheid, aards paradijs, potentie, starheid, grond, monoloog, gesloten systeem, kennen, kenleer, logica, lichaam, stoffelijke, these, anorganische, spijsvertering, materie, gegeven, statisch, zijn, natuurkunde, wetmatigheid, wetenschap, noodlottigheid, slaafsheid, star, potentie, eenheid.
2e dimensie
WAT, twee, strijd, veiligheid, divergentie, haat, losmaking, afstandneming, confrontatie, conflict, reageren, macht, dialoog, zelfhandhaving, open systeem, structuur, energie, erotiek, antithese, biologie, spanning, strijdende staten, distantiëring, leven, driftmatigheid, dynamiek, polariteit, beweeglijkheid, ervaring, samenwerken, arbeidsdeling.
3e dimensie
DOEN, verbeelding, hoe, emergentie, liefde, maakbaarheid, besef, geweten, eigenheid, vrijheid, vrije wil, waardigheid, gelijkwaardigheid, historisch- en zelfbewustzijn, bewust willen, bewust kiezen, creëren, respect, competentie, dialectiek, zelfverwerkelijking, redelijk, sturen, besturen, synthese, functionaliteit, mens, rationaliteit, beleid, denken, verbetering, keuze, beslissen, waarden, persoonlijke verantwoordelijkheid, compassie voor onbekenden, wereldwijd afspraken kunnen maken en je daaraan ook houden, global village.
4e dimensie
WAAROM, wat ons begrip te boven gaat, schoonheid, integratie, wijsheid, pluriforme harmonie, eerbied, vereren, bovenwereldse, geestelijke, transcendentale, spiritualiteit, visie, besef, goedheid, rechtvaardigheid.
Enkele eigenschappen van het dimensionale model:
a. Elke dimensie bezit een kenmerk extra, elk kenmerk van de vorige dimensie(s) blijft bestaan.
b. De overgang van de ene naar de andere dimensie verloopt vloeiend, zonder aanwijsbare drempel. Toch verloopt deze overgang via een kritisch moment, een ‘omslag’, waarin er 'een kenmerk' bijkomt.
c. In een bepaalde dimensie is de volgende dimensie reeds in potentie aanwezig; een volgende dimensie werpt zijn schaduw vooruit. Naarmate een volgende dimensie dichterbij komt is ze beter herkenbaar.
d. Een volgende dimensie is pas zichtbaar als de voorgaande 'volgroeid' is.
e. Het dimensionale model is zowel een structuur- als een procesmodel.
f. Alle processen beginnen met een eerste dimensie, niet alle processen doorlopen alle dimensies.
g. Het groeistadium van het totaal bevindt zich in de derde dimensie.
h. Het dimensionale model is recursief.