Structuren
Als we ons processen voorstellen als een verhaal, dan zijn structuren een tekening. Om structuren te beschrijven baseer ik me op de 'algemene systeemtheorie'. Daarbij wordt de werkelijkheid gezien als een systeem. Dat systeem is op zich weer opgebouwd is uit systemen. Die systemen zijn weer opgebouwd uit systemen, enzovoort.
Wat is een systeem?
Een systeem is een verzameling interagerende elementen (componenten met een onderlinge wisselwerking). Elementen zijn bijvoorbeeld: onderdelen van een auto, afdelingen van een bedrijf, mensen, organisaties en wat je maar wilt. Het meest kenmerkende van een systeem is dat het een 'binnen' en een 'buiten' heeft.
Het binnen heet de 'interne structuur', 'binnenwereld' of gewoon kortweg: 'systeem'.
Het buiten heet 'omgeving' of 'buitenwereld'. Zonder een omgeving kan een systeem niet bestaan: "iets is wat het niet is". Neem je de omgeving weg, dan bestaat het systeem niet meer.
Tussen de interne structuur en de omgeving loopt een grens: de 'systeemgrens'.
Gesloten systemen
Bij gesloten systemen is er geen interactie tussen de interne structuur en de omgeving. Het binnen van een gesloten systeem kenmerkt zich door het ontbreken van een ordening, anders treedt een entropisch proces op (er treedt verval op). Door het entropisch proces neemt de ordening af tot een toestand van desorganisatie is bereikt.
Open systemen
Bij open systemen is er juist wel een interactie tussen het systeem en zijn omgeving. Open systemen kenmerken zich door 'negatieve entropie'. Daardoor is er steeds een toestand van evenwicht waardoor de interne organisatie in stand gehouden wordt. Het handhaven van het evenwicht gebeurt aan de hand van een 'norm': dat is het wenselijke niveau van functioneren.
Open systemen onttrekken iets aan hun omgeving waardoor het systeem zichzelf in stand houdt of groter wordt. Dit is overigens altijd van tijdelijke aard: elk open systeem kent zijn eigen levenscyclus. Aan het eind slaat het proces van negatieve entropie om in (positieve) entropie (afsterven). Als je niet meer eet, ga je dood. Als een fabriek geen grondstoffen krijgt kan het niet produceren en gaat ze failliet.
Feedback
De wisselwerking met de omgeving kan twee kanten op gaan. Van buiten naar binnen, en heet dan 'input'. Van binnen naar buiten, en heet dan 'output'. Tussen output en input kan een regelkring bestaan; het terugkoppelen van output naar input heet 'feedback'.
Negatieve feedback
Bij 'negatieve feedback' wordt een afwijking van de norm gemeten en treedt een corrigerend proces op, totdat er geen afwijking meer is. Voorbeelden van negatieve feedback: onze lichaamstemperatuur; het besturen van een auto; de centrifugaalregelaar van een stoommachine. Wie schulden heeft, gaat zuiniger leven of meer inkomen proberen te verdienen waardoor de schuld weer afneemt.
Positieve feedback
Bij 'positieve feedback' wordt de afwijking van de norm steeds groter. Voorbeelden: het viraal gaan van een boodschap op social media; weeën bij de geboorte; het stollen van bloed; aandelenprijzen aan het begin van een bubbel. Wie teveel schulden heeft maakt brieven niet meer open waardoor de schulden extra oplopen (door deurwaarderskosten, boetes). Wie voor het eerst drugs gebruikt, loopt kans in een proces terecht te komen dat van kwaad tot erger gaat. Een ontmoeting tussen hooligans en politie kan escaleren. Een toenemende vluchtelingenstroom.
Opmerking: positieve feedback betekent dus nadrukkelijk niet: het geven van complimenten. 'Een compliment geven' is iets dat zich afspeelt tussen systemen (mensen). Positieve feedback is iets dat zich afspeelt binnen één en hetzelfde systeem.
Toestand
Bij een systeem gaat het om de structuur, een systeem is geen proces. Een beschrijving van een systeem geeft de toestand van het systeem-op-een-bepaald-moment weer. Een systeem is een statisch geheel: de beschrijving ervan is morgen dezelfde als vandaag. Dit in tegenstelling tot een proces. Bij een proces gaat het juist om de dynamiek en de verandering. Dit neem niet weg dat een proces wel degelijk een bepaalde structuur kan hebben (een specifieke opeenvolging van fasen). Een systeemmodel kan wel de structuur van een proces weergeven maar is zelf niet een procesmodel. Een feedback regelkring is een voorbeeld van de beschrijving van een processtructuur.
Een proces is twee-dimensionaal, dit impliceert dat het ook een een-dimensionale kant heeft.
Black box
Een systeem wordt een 'black box' genoemd, als niets bekend is over het gedrag van de elementen waaruit het is opgebouwd, of als dat gedrag ons niet interesseert. De beschrijving van de relatie tussen input en output is dan voldoende. Die relatie volgt het als/dan-principe: als ik de thermostaat op 20 zet, dan wordt de temperatuur in de kamer 20 graden Celsius. Bij een black-box-benadering gaat het om de relatie tussen input en output en niet om de interne structuur.
Subsysteem, systeemniveau
De systeemtheorie is recursief bruikbaar: de elementen kunnen vaak ook als een systeem opgevat worden. Dat is het geval als zo'n element uit samenhangende onderdelen (elementen) is opgebouwd. Een systeem binnen een systeem wordt 'subsysteem' genoemd. Zo heeft de lokale overheid een lager systeemniveau dan de landelijke overheid. De organen in je lijf zijn van een lager systeemniveau dan je lichaam. Een groep of samenleving is van een hoger niveau dan een individu. Op deze manier ontstaat een hiërarchie van systemen.
Aspectsysteem
Het is ook mogelijk om alleen een deel van de relaties binnen een systeem in ogenschouw te nemen. Dan heet dat een 'aspectsysteem': zo kun je van het systeem 'bedrijf' alleen de sociale relaties in beeld brengen.
Complex systeem
Deze naam wordt veel gebruikt, maar is in feite onjuist, omdat het om een proces gaat. Ik gebruik de term om aan te geven dat als een proces een andere keer plaatsvindt met een zelfde begintoestand, de eindtoestand moeilijk voorspelbaar is en feitelijk steeds anders is. De interactie tussen de elementen is bepalend voor het resultaat. Voorbeelden: het weer, het brein, een ecosysteem, een zwerm spreeuwen, de beurshandel.
En verder
In mijn stukjes heb ik het altijd over 'open systemen'. Elke keer als ik het woord 'systeem' gebruik dan bedoel ik ook alles wat ik in dit stukje beschreven heb.
Systeemhiërarchie van Boulding
Hieronder de in 1956 door Boulding beschreven hiërarchie van systemen (hierin is het dimensionale model te zien):
Niveau 1, het raamwerk.
Niveau 2, het uurwerk.
Niveau 3, het regelsysteem.
Niveau 4, de cel.
Niveau 5, het levend organisme.
Niveau 6, het dier.
Niveau 7, de mens.
Niveau 8, het sociaal systeem.
Niveau 9, het transcendentale systeem.