Stichting Doubler stopt haar activiteiten
Het kwam voor sommigen wellicht onverwacht, maar ik stop met Stichting Doubler. Binnenkort. Dat wil zeggen: het crowdfunding platform wordt niet meer voor nieuwe projecten ingezet, althans, niet meer onder mijn beheer. Niet omdat ik niet meer geloof in crowdfunding. Het wereldwijde bereik biedt veel mogelijkheden. Ik stop ermee omdat er nu een activiteit nodig is waar ik niet goed in ben. Ik ben geen marketeer of fondsenwerver.
Crowdfunding heeft alleen succes als veel aan promotie gedaan wordt. Het is belangrijk dat heel veel mensen weten dat je bestaat en belangstelling hebben voor wat je doet. Dat vraagt om een aanpak die verder gaat dan alleen het onderhouden van een website. Daar heb je mensen voor nodig die goed zijn in het mobiliseren van anderen, en daar plezier in hebben. Om een crowdfunding site van de grond te krijgen heb je mensen nodig die hun focus leggen op het inzamelen van geld. Mijn focus ligt daar niet. En dus kan het beter gedaan worden door mensen die daar wel graag mee bezig zijn en die dat wel als een uitdaging zien.
Het wereldwijde fondsenwerven kan niet alleen door SVSI gedaan worden, omdat de plaatselijke inzamelingsgebruiken in de verschillende landen verschillen. En, om gebruik te maken van 'Payment Service Providers' (PSP's), moet je een 'rechtspersoon' (een westerse instelling) zijn. Daarom richtte ik Stichting Doubler op. Een PSP is nodig om het gebruik van PayPal, iDeal, Sofort Banking, enzovoort mogelijk te maken. Een PSP maakt het wereldwijde gebruik van plaatselijke betalingsopties mogelijk. De aardbevingsactie heeft aangetoond dat dit goed werkt.
De vele mogelijkheden die in het Doubler platform ingebouwd zijn en tijdens de aardbevingsactie uitgeschakeld waren, maken het proces onnodig ingewikkeld. Voor het beheren van de financiële stromen voldoet een eenvoudige website van enkele pagina's, bijvoorbeeld een afgeleide van een webwinkel. De SVSI-website en sociale media moeten voor de informatievoorziening zorgen.
Crowdfunding acties hebben in het algemeen het beste resultaat als gedurende een korte tijd heel actief geworven wordt. Daarom zijn 'gewone' crowdfunding acties aan een bepaalde tijd gebonden. Is die verstreken, dan wordt gestopt. Bij donaties voor ontwikkelingsprojecten ligt dat wat anders, maar ook bij de aardbevingsactie blijkt dat de belangstelling slechts een beperkte tijd duurt, en dat het daarna afgelopen is.
Een groot deel van de opbrengst kwam overigens van enkele personen, die heel actief 'een activiteit' (evenement, actie) georganiseerd hebben, en vervolgens het platform gebruikten om op een gemakkelijke en goedkope manier het geld in Nepal te krijgen. Een crowdfunding platform heeft dus wel degelijk zin.
Het is mijn overtuiging dat crowdfunding alleen werkt als het door actieve mensen gedragen en ondersteund wordt. In feite zijn vooral plaatselijke initiatieven het meest rendabel. Hoe meer plaatselijke initiatieven hoe beter. Het is daarbij belangrijk te erkennen dat die initiatieven niet volgens een top-down werkwijze georganiseerd kunnen worden. De spontane inzet en creativiteit van de fondsenwervers is van essentieel belang. Het is zaak dat een zo groot mogelijk aantal potentiële 'fundraisers' geïnteresseerd raken om zich voor een project in te zetten.
Gepaste informatieverstrekking speelt een cruciale rol: via nieuwsbrieven, websites, Facebook, Twitter, en andere sociale media. Dit is de kant die alleen door SVSI gedaan kan worden. Daarbij geldt ook het principe: wat ze zelf kunnen doen moeten ze ook zelf doen.
Mijn conclusie is dat op drie gebieden gewerkt moet worden:
1- SVSI zorgt voor de informatievoorziening (eerlijke verhalen, zodat mensen zich betrokken kunnen voelen);
2- er is een stichting nodig die financiële stromen beheert (dat was Stichting Doubler);
3- nodig zijn veel fondsenwervers die plaatselijke of landelijke acties opzetten en uitvoeren. (Die fondsenwervers kunnen zich spontaan aanbieden, maar kunnen ook actief gerekruteerd en georganiseerd worden. Dit kunnen ex lodge bezoekers zijn, maar kunnen ook anderen zijn die een verschil willen maken. De stichting die de financiële stromen beheert (gebied 2) kan dit als extra taak op zich nemen. Een andere extra taak kan zijn: verdubbeling van donaties verkrijgen, bijvoorbeeld via een instelling als De Wilde Ganzen.)