Home   Index   Nieuwsbrief  


Pecharmoede

Er zijn veel soorten armoede: geestelijke, culturele, emotionele... De meeste geven aan dat het functioneren van een persoon beneden een bepaald niveau is. Dat functioneren kan het gevolg zijn van een persoonlijk gebrek, maar ook van de onmogelijkheid om een behoefte te bevredigen. Dat laatste is dan een gebrek in de omgeving: er kan van 'iets' geen gebruik gemaakt worden, omdat het er niet is of niet toegankelijk is.
In de Europese Unie geldt de volgende definitie: "Armoede is een situatie waarin sprake is van onvoldoende materiële, culturele en sociale middelen, waardoor mensen zijn uitgesloten van een levensstandaard die in de samenleving waarin men woont als minimaal wordt gezien."
Het gaat hier om 'relatieve armoede'. Binnen deze categorie onderscheid ik: schuldarmoede, pecharmoede en structurele armoede.

Als je in Nepal in een boomhut woont en je gaat er niet op uit om eten te verzamelen, dan blijf je honger hebben. Als je in Nederland meer goederen koopt dan je inkomen toelaat, dan kom je in de problemen.
Ik noem dit 'schuldarmoede': armoede als gevolg van je eigen gedrag; armoede door een onverantwoord uitgavenpatroon of 'niet je best doen', door mensen die wel de verantwoordelijkheid voor hun gedrag kunnen dragen; je had het ook anders kunnen doen, waardoor je wel te eten had gehad of niet in de problemen was gekomen. 

Er zijn ook mensen die pech hebben en buiten hun schuld plotseling in de problemen komen. Denk aan gehandicapt raken door een ongeluk, je baan verliezen, je oude huis niet kunnen verkopen als gevolg van het plotseling instorten van de economische markt... Dit is 'pecharmoede'.

In de praktijk is het vaak heel moeilijk om vast te stellen tot welke categorie een iemand behoort. De categorieën vloeien in elkaar over, soms is iets van het een én iets van het ander aan de orde. Ook al gaat het niet om een dichotoom onderscheid: het onderscheid is belangrijk.

Naast schuld en pech kan armoede veroorzaakt worden doordat een maatschappij verkeerd in elkaar zit. Dat is het geval bij extreme welvaartsongelijkheid. Als een groepering lang durend over onvoldoende middelen beschikt, is dat 'structurele armoede'. Die kan veroorzaakt worden door corrupte bestuurders en andere machtsmisbruikers. Het kan ook een culturele kwestie zijn. Het kastenstelsel en de klassenmaatschappij zijn voorbeelden. Structurele armoede kan ook veroorzaakt worden door stelselmatige discriminatie. Of het gevolg zijn van het milieu waarin je opgegroeid bent...
Structurele armoede onderscheid zich van 'conjuncturele armoede'. De eerste is 'permanent', de ander tijdelijk.

Je kunt je afvragen of, en zo wie, armoede moet opheffen. Op de eerste plaats is het de verantwoordelijkheid van de getroffene die zelf iets van zijn eigen leven moet maken. Maar dat moet wel kunnen. Veel zaken gaan het individuele vermogen te boven. En naarmate men over minder middelen beschikt, wordt het moeilijker.
Als je arm bent leef je in een omgeving waarin voorzieningen ontbreken of waarin je te weinig inkomen hebt om van de voorzieningen gebruik te maken. Als je zelf niet in staat bent om je eigen armoede op te heffen, moet je geholpen worden. Er zijn drie mogelijkheden om de situatie te verbeteren: door hulp van bekenden (familie, vrienden, kennissen), door het 'particulier initiatief' of door de overheid.
Armoedebestrijding is een overheidstaak. Als genoeg mensen vinden dat die taak onbevredigend wordt uitgevoerd, ontstaan particuliere initiatieven. In kleine kring kunnen bekenden bijspringen.

In Nederland kennen we het instituut 'schuldsanering'. Heeft men schulden en komt men er met de schuldeisers niet uit, dan kan men bij de gemeente terecht voor bemiddelingshulp. Lukt een afspraak met de schuldeisers niet, dan kan de gemeente een schuldsaneringsverklaring afgeven. Daarmee kan men bij de rechtbank een aanvraag voor schuldsanering indienen (WSNP, onderdeel van de faillissementswet). De rechtbank stelt een bewindvoerder aan en stelt een aflossingsbedrag en de duur van het traject vast. Meestal is dit 3 jaar. Er wordt berekend welk deel van het inkomen men mag houden. Van dit bedrag kunnen de maandelijkse rekeningen en de huishoudkosten betaald worden. Het inkomen boven dit bedrag wordt gebruikt om de schulden af te lossen. Er geldt een postblokkade voor de eerste 13 maanden. Er geldt een afdrachtverplichting, informatieverplichting, inspanningsverplichting en een sollicitatieplicht, en er mogen geen nieuwe schulden gemaakt worden. Na afloop is men meestal vrij van de financiële gevolgen van de pech.

De schuldsanering is er niet voor het opheffen van schuldarmoede, want de rechtbank kan een verzoek afwijzen op grond van schuldigheid: onverantwoord koopgedrag, fraude en misdrijf. Daarmee lijkt het probleem van de pecharmoede te zijn opgelost, ware het niet, dat deze mensen gedurende 3 jaar beneden een redelijk bestaansminimum moeten leven.
Omdat schuldsanering niet bestemd is voor het opheffen van schuldarmoede, maar voor het opheffen van pecharmoede, is de term schuldsanering ongelukkig en kwetsend.

Veel mensen die horen tot de categorie 'pecharmoede' maken gebruik van een voedselbank. In 2015 is het aantal aanvragen om van een voedselbank gebruik te mogen maken zo groot, dat aanvragen moeten worden afgewezen omdat de capaciteit van de voedselbank onvoldoende is.
Er worden strenge regels toegepast: je inkomen mag niet hoger zijn dan een bepaald niveau. Om dat te berekenen worden van je inkomen de vaste lasten afgetrokken: huur, rente en aflossing hypotheek, energie en water, verzekeringen, telefoon, enzovoort, maar niet: autokosten en kosten voor huisdieren, die moet je van je 'leefgeld' betalen. Om van een voedselbank gebruik te kunnen maken mag een alleenstaande moeder met twee kinderen niet meer leefgeld hebben dan 320 euro per maand. 
Voedselbanken zijn een activiteit van het particulier initiatief. Andere particuliere initiatieven zijn: goederenbanken en gaarkeukens.

Dit alles gaat voorbij aan de emotionele kant van de zaak. Pecharmoede kan gepaard gaan met heftige emoties. Plotseling - door ontslag, echtscheiding, overlijden van een partner... - kom je buiten je schuld in een andere omgeving terecht en mis je elke grond onder je voeten. Dat is voor sommigen niet te hanteren. Je kunt met die nieuwe omgeving niet omgaan. Je moet andere keuzes maken maar je weet niet hoe dat uitpakt. Je verliest langzaam het overzicht en kunt niet de energie opbrengen om in actie te komen. Totdat de schuldeisers aankloppen, brieven niet meer geopend worden, deurwaarders op de stoep staan. Belangrijk is dat je gevoel van eigenwaarde een knauw krijgt en je positie in de samenleving keldert. Je hebt het gevoel dat niets er nog toe doet. Er wordt anders tegen je aan gekeken en je kunt de dingen niet meer doen die normaal voor je waren. De schaamte is vaak groot.

Armoede in Nederland bestaat wel degelijk:
WaarInHolland
Zembla




Schrijf je in voor mijn Nieuwsbrief