Home   Index   Nieuwsbrief  


Leidinggeven

We leven in een maatschappij die verziekt is door wantrouwen. Dat uit zich bijvoorbeeld in het grote aantal managers dat aangesteld is om anderen te controleren. De politiek wordt geregeerd door managers. Probleem is dat ze niet doen wat ze zouden moeten doen. We leven in een managerscultuur.

Samenwerking is alleen mogelijk door een gepaste mix van vertrouwen en wantrouwen. Het lijkt er op dat ze elkaar uitsluiten, maar dat is een misverstand. Het is geen dichotoom: vertrouwen en wantrouwen sluiten elkaar niet uit.
Het is niet verstandig om iedereen voor 100 procent te vertrouwen. Een gezond wantrouwen is soms nodig om te voorkomen dat je belazerd wordt, al is dat niet altijd te voorkomen. De verhouding tussen vertrouwen en wantrouwen is afhankelijk van de relatie die je hebt met de ander(en).

Bij managers, ondernemers en arbeiders is de mix van vertrouwen en wantrouwen anders. Hun werk speelt zich op een ander dimensionaal niveau af.

(1) Managers zijn er om anderen iets te laten doen en daarover aan anderen verantwoording af te leggen. Kerntaak van managers is: leidinggeven.

Managers houden zich bezig met andere mensen. Ze coördineren de werkzaamheden, monitoren hun 'medewerkers' en geven hen kaders of opdrachten. Ze willen zeker weten dat gedaan wordt wat gedaan moet worden. Als 'het zeker willen weten' de overhand krijgt, slaat hun grondhouding om in wantrouwen. Dan plannen ze zelf de werkzaamheden. Ze laten bewijzen vastleggen van het gepresteerde via rapportages. Ze leggen dossiers aan om zichzelf later vrij te kunnen pleiten als er iets mis gaat. Ze nemen geen risico en willen voorkomen dat er iets fout gaat.
Veel managers worden gedreven door de angst dat er iets mis gaat. Het zijn kortetermijndenkers, het zijn doelmiddelmodel aanhangers.

(2) Ondernemers zijn gericht op de buitenwereld en zien daar kansen. Ze zien mogelijkheden om iets in de maatschappij te betekenen of een nieuw product te slijten. Ze geloven er in en blaken van zelfvertrouwen. Ze maken wel risico-afwegingen: als het risico voor mislukken te groot is zoeken ze een andere mogelijkheid.
De totstandkoming van het nieuwe, de productie, laten ze over aan managers en werknemers. Het zijn langetermijndenkers, ze handelen volgens het intentiemodel.

(3) Arbeiders (vakmensen, creëerders, vrijwilligers, mantelzorgers, werknemers) weten wat ze doen. Ze weten dat door opleiding, talent en/of ervaring. Anderen zetten zich in omdat ze vinden dat het nodig is of omdat ze dat plezierig vinden. In feite zijn het de werknemers en de vrijwilligers die de doelstelling van een organisatie of maatschappij realiseren. Een samenleving wordt in stand gehouden door betaalde en onbetaalde arbeid. 

Het werk wordt bij voorkeur op een efficiënte manier gedaan. Met zo weinig mogelijk inspanningen, met zo weinig mogelijk grondstoffen, tegen zo weinig mogelijk kosten en door anderen te helpen.
Een arbeider kent zijn beperkingen en beperkt zich tot het hoognodige. Het zijn mensen die duurzaamheid nastreven.

Ik durf de stelling aan, dat hoe minder je iemand vertrouwt, hoe groter de kans is dat je belazerd wordt. Dat gaat op, of het nu om een zorgverzekering gaat in relatie tot artsen, of om een schoolbestuur ten opzichte van leerkrachten, of om donors ten opzichte van een partner in een ontwikkelingsland, of om ouders ten opzichte van kinderen.
Die stelling kun je niet zonder meer omdraaien. Iedereen zonder meer voor 100 procent vertrouwen is vragen om problemen. Vertrouwen is een relationele kwestie. Als je geen relatie met iemand hebt, is het niet verstandig om hem volledig te vertrouwen. Een relatie bouw je stap voor stap op, je geeft beetje bij beetje meer vertrouwen. Na verloop van tijd weet je wat je aan iemand hebt en wat je aan iemand kunt overlaten.

Als samenwerking geleid wordt door wantrouwende managers, dan treden positieve feedback processen op waarbij de werknemers steeds meer aan banden gelegd worden. Wantrouwen maakt steeds meer management taken nodig. Het bereiken van de doelstelling wordt steeds duurder. De vakmensen zijn steeds minder in staat om te doen waar ze goed in zijn omdat ze steeds meer rapportage werkzaamheden te doen krijgen. Burgers worden steeds meer gedwongen dingen te accepteren die ze niet willen en worden steeds meer beknot in het in vrijheid zelf oplossingen vinden.

Leidinggevers moeten zich beperken tot coördineren, en tot het maken en handhaven van kaders en afspraken. Dat kan alleen als vertrouwen de overhand heeft. Iedereen wantrouwen om dat er ook mensen zijn die niet te vertrouwen zijn is niet effectief. Wantrouwen roept wantrouwen op.




Schrijf je in voor mijn Nieuwsbrief