Home   Index   Nieuwsbrief  


Begrippen

Mensen kunnen zich over de werkelijkheid hoogstens een beeld vormen; je kunt je 'informeren' (vorm geven). Die beelden kun je onthouden, en in gedachten kun je iets met die beelden doen. Iets-met-die-beelden-doen noem ik 'denken'. Dat is een vorm van informatieverwerking.
Je denkt in taal. Taal maakt gebruik van woorden. Woorden zijn statisch (de betekenis is morgen dezelfde als vandaag, de betekenis is voor jou dezelfde als voor mij - hoop ik).
Iedereen bouwt zijn eigen werkelijkheid op: er zijn net zo veel werkelijkheden als er mensen zijn.

Je kunt in jezelf praten en zo bijvoorbeeld conclusies trekken of een nieuwe overtuiging opbouwen. Denken is verhalen vertellen, tegen jezelf. Een verhaal is de weergave van een gebeurtenis of een fantasie. Een verhaal is statisch: ik kan hetzelfde verhaal morgen weer opnieuw vertellen. De activiteit van het denken zelf is echter dynamisch.

Een 'waarneming' is één-dimensionaal, het is één moment. Je neemt een waarneming voor waar aan, maar dat wil niet zeggen dat het ook echt waar is wat je waarneemt.
Je zintuigen worden door iets gestimuleerd. Bijvoorbeeld door luchtdrukverschillen die je trommelvliezen in beweging brengen. Of lichtfrequenties die je oog binnenkomen. Dat wordt door je hersenen omgezet in een beeld. Jij bent degene die aanneemt dat het beeld dat je zelf gemaakt hebt ook waar is. Dat kan zo zijn, maar het kan ook niet zo zijn. Je neemt het aan.
Waarnemingen zijn een soort foto's - statisch en onveranderlijk - van iets wat je tegenkomt of bedenkt. Maar een foto is niet de werkelijkheid zelf.
Een waarneming is altijd geconstrueerd. Een waarneming is hoogstens een geïnterpreteerde vaststelling.
Een waarneming is geen 'beleving'. Computers kunnen waarnemen maar niet beleven; dieren kunnen waarnemen én beleven. 

'Processen' zijn twee-dimensionaal. Twee of meer waarnemingen kunnen samen een proces vormen. Dit is zo als die waarnemingen voor ons gevoel om hetzelfde gaan, maar van elkaar verschillen. Als die waarnemingen verschillen dan is er ondertussen kennelijk iets gebeurd. We kunnen de conclusie trekken dat er iets veranderd is.
Waarnemingen kun je achter elkaar plakken (op een tijdlijn plaatsen; er een 'film' van maken). Bijvoorbeeld hoe je van A naar B kunt komen, of wat je moet doen om iets gedaan te krijgen. Dat zijn beelden van processen. Hoewel een proces zelf dynamisch is, kun je er wel een statisch beeld van maken (dat is nodig om het te kunnen onthouden, want ons geheugen kan alleen met statische beelden overweg). Zo'n beeld kan dan later in onze hersenen tot het idee van een proces omgezet worden.

'Ervaringen' en 'belevenissen' zijn gevolgen van processen.
'Ervaring' ontstaat door gelijksoortige opeenvolgingen van waarnemingen samen te voegen: je leert door herhaaldelijk te ondervinden; in-de-praktijk opgedane kennis is het resultaat van dingen die je vaker meemaakt. Door gebruik te maken van je ervaring kun je trefzekerder handelen. Het gaat om een blijvende competentie. Vakmanschap is meesterschap.
Een 'beleving' is een eenmalige serie waarnemingen die gekleurd is door een onbewuste waardering (gevoel, emotie, smaak).

Een 'emotie' is een positieve of negatieve waardering van één of een serie waarnemingen. Sommige emoties zijn aangeboren, andere zijn aangeleerd. Een emotie wordt automatisch aan een waarneming gekoppeld en heeft lichamelijke reacties tot gevolg. Het is mogelijk om met speciale technieken een emotie te ontkoppelen van een waarneming, zodat de lichamelijke reactie niet meer automatisch optreedt.
Het denken aan een beeld heeft dezelfde lichamelijke reactie tot gevolg als een daadwerkelijke confrontatie en kan bepalend zijn voor gedrag, denk bijvoorbeeld aan een fobie.
"Nee" zeggen tegen een emotie is niet mogelijk, wel kun je er voor kiezen om een emotie niet de drijfveer voor je gedrag te laten zijn. Wil je driedimensionaal functioneren, dan gaat het 'als slaaf' van je emoties handelen niet op.

Een 'gebeurtenis' is een waarneming of een proces.  Je neemt aan dat een gebeurtenis zich echt in de werkelijkheid afspeelt of afgespeeld heeft. Je kunt je er een beeld van vormen.

'Zin' is drie-dimensionaal. Zin is de persoonlijke betekenis die je aan een gebeurtenis geeft. Beelden van gebeurtenissen kunnen van een zingeving voorzien worden. Die zingeving ontstaat door een keuze of door intuïtief inzicht. Zingeving is vaak gekoppeld aan ethiek, waarden en normen, en aan een dieper inzicht in de plaats die je in je omgeving hebt. Jij bepaalt hoe je tegen het bestaan en je eigen leven aankijkt. De hoogste vorm van menselijk handelen is gestoeld op persoonlijke zingeving. (Zie verder het stukje 'Doen'.)

'Handelen' is 'spelen'. Een spel kenmerkt zich door het bestaan van regels. Voor het vaststellen en hanteren van de spelregels ben je persoonlijk verantwoordelijk. Als het om regels gaat die algemeen geaccepteerd zijn  en gehanteerd worden, dan wordt dit geheel van regels een 'rol' genoemd. Zo kunnen je de rol van directeur, of van vader spelen.
Een 'handeling' is een activiteit die je doet op grond van een beeld van een proces. Een handeling begint met een intentie en eindigt met het bereiken van een doel.

 Een 'beeld' bestaat uit de weergave van een waarneming, een proces of een gebeurtenis, eventueel voorzien van een zin.

Onderscheid met andere dieren
Naast een geheugen waarin je beelden opslaat, heb je als mens een historisch bewustzijn. Je beseft wat je in het verleden deed en je kunt je een idee vormen van je toekomst. In gedachten kun je van het ene beeld naar het andere springen. Je kunt beelden met elkaar in verband brengen. Je kunt je een voorstelling van een toekomst maken en je dingen voornemen. Je kunt iets 'verbeelden'. Dit is iets waarin mensen verschillen van de andere dieren. Een ander onderscheid is dat mensen afspraken kunnen maken met anderen die ze niet kennen. Daardoor is bijvoorbeeld wereldwijde handel mogelijk. Hieraan verwant is de mogelijkheid die mensen hebben om met onbekende mensen een eenheid te vormen, samen te kunnen werken, die verder reikt dan wat we in de dierenwereld aantreffen. In de dierenwereld treffen we families aan, zwermen, scholen. Mensen kunnen wereldwijd eenheden vormen en samenwerken.

Beelden van processen verwijzen naar iets anders dan beelden van ruimtestructuren. Processen zijn dynamisch. Structuren zijn statisch. Processen behoren tot de tweede dimensie, taal en structuur tot de eerste. Beelden van processen zijn statisch; een beeld van een proces is niet het proces zelf.

Denken over processen begint met een vraagstelling en eindigt in een antwoord; het begint met een idee en eindigt in een uitwerking. Elke procesbeschrijving is een 'verhaal', een beeld. Het is een blauwdruk van een verloop in de tijd. Het denken over een proces eindigt als je weet wat je wilt.

Nog een paar andere begrippen die ik gebruik:
'Voorzieningenstaat' is het beeld van een systeem waarbij de kans op armoede gering en de kans op gelijke mogelijkheden voor iedereen groot is.
Een 'model' is een beeld van de werkelijkheid of een onderdeel daarvan.
Een 'patroon' is een beeld van verhoudingen.



Schrijf je in voor mijn Nieuwsbrief